Het Volk God's, van Armen en Rijken

Titel
Het Volk God's, van Armen en Rijken

Jaar
1931

Druk
1931

Overig
1ed 1931

Pagina's
511



213

cheur, God laat 'm gezond, die Klunder en Teunisse heb wille verlosse uit haarlie benauwenisse, is té vroeg opgestaan!... Jullie motte niet de een op de andere dringe en toch wachte en bedije mit koope!... Want 't mot bij mijn alles wemele van de hand... Hup Zebi... hup Pico... kiep-de-bal... vader, moeder, zoon!... Ik heb wel Rijks-vergunning hier te staan, maar alléénig., tót 'n agent komp... Dan mot ik asjeweine voor de

gezegende Overheid!...... Wie wil nou voor zeve

stuivers?... Wie d'r wil komp hier op de stoepbank naast me zitte... Me tong zal 'm wel pattere...

Vele gretige handen en armen strekten zich uit. Vele naakte en vele gehandschoende handen, met vinnige en stompe vingers.

Tusschen zijn stand had Dennie een vermaledijde jenner geplaatst, die met ophef quasi-begeerig naar toffee'tjes had geroepen. Dién gooide Dennie het eerste busje voor ״vijfendertig cente" achteloos-als-in-gunst-en-goedertierenheid op! Maar de edele, argeloos-erin-tippelende Kalverstraat-dames en Kalverstraat-heeren, verkocht Dennie wérkelijk voor vijfendertig cent per doosje.

Plots klonk grootmoedige zwelling en zwaai in zijn guitige ventersstem; lachte Dennie zijn lieven oprecn-ten lach. Zijn neus wipte trots en minachtelijk en hij zóng schier van pleizier.

— Hier dames en heere, hazewinde en dogge, magere en vette gebakke brasems en gekookte

voorntjes....... geve jullie Dennie maar allemaal zijn

kopere bussies weer terug!... Ge ziet, mensche, dat ik overal, hier en daar en ginder, vijfendertig cente voor me bussies ken krijge!... Maar ik bin geen bauere-fänger. Me zenewe springe... me hart zit te hamere... Me tong is ontwricht en me keel is rauw... Ze hebbe recht op loon!... Want wat ik u toon is nooit gezien en nooit gehoord... Ik toon u 'n oester in 'n mosseleschelp... 'n mispel in een bonbondoos. Als 't an mijn lee verkocht ik ze allemaal stroef voor die prijs... al krege me geëerde cellega's achter de spiegelruite, van nijd, krakende waterhoofies... Maar ik, arreme kermisvrijer, ik mag ze nie geve an 't publiek van Groot-

Asjeweine: weg. — Pattere: zich van iemand afmaken, — Jenner: looze kooper. — Bauernfänger: kwartjesvinder.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.