207
lieven lach onder het praten. Ook hij was een stuk grauw, losgeweekt uit het saamrottend Ghetto-grauw. Maar hij wou er altijd, voor de ״buitenwereld", netjes uitzien; niet janken. Zóó, fijn in de plunje, begon hij te werken met zijn toffee'tjes. De busjes toffee waren nep. Wel hoog-opgevuld, maar van ónder met propjes papier. Dennie zou ze toch bedelven onder waarheid, als hij verklaarde dat ze propvol zaten. Dat wou
zeggen: van bóven vol, van ónder prop...... Onbe-
schrieë!...... Alleen over het onderste repte hij niet.
Want anders redde zich kat noch hond uit dit fabrikanten-bedrog. Karren zwaar kreeg hij, van zijn ingebeelden oom, die ze direct van den fabrikant ontving. Dié tapte uit het patersvaatje.
Berst trok Dennie er op uit met twintig carton's. Waren makkelijk op het karblad te overdammen. In ieder carton glommen feestelijk veertig koperen busjes in vollen dos. Deftiger gezicht dan drie schollen op een schotel! Zijn geluks-inblazer van binnen zei hem heimelijk: Dennie, wees geen beheime, de Kalverstraat wordt je werk-terrein.
Een heete aandrift overprikkelde hem. Langzamerhand zou hij korstjes gaan indoopen. Lekkere nauwe, woelige, zwoele en roezemoezige straat, met prachtig publiek, rijk en arm; wemelend door mekaar! Tus-schen het menschen-gewirwar wier je niet zoo gauw gezien door ongejitste smerissen,... eigenlijk broodge-nooten.
's Morgens tegen negen uur, sloeg Dennie opgeruimd de deur achter zich dicht; haalde hij zijn huur-karretje, toén nog in de Kerkstraat. Een kwartje voor den heelen dag! Hij zocht een kruiwagentje uit met een mooi, glad blad. Lokte de uitstalling meer! De
gassene kostte zóóveel....... nou liet hij de kaarsen
maar uitbranden...... Neen...... nog geen wagenrijder zou hij nemen; daaraan hing de wereld niet. Die beuzeling kwam later wel terecht, als de fondsen stegen en de beurs was willig. Nou lag zijn helper nog in Jaffa voor den wal. Want verdienen zou hij, al handelde hij niet in natte waar. Dat zwoer hij zichzelf, bij zijn grootmoeder in de urn!... Hij zou
Nep: bedrog. — Beheime: ezel. — Ongejitste: onbesneden. — Gassene: bruiloft. — Ligt in J.affa (ironisch): ligt nog in slaap. — Natte waar: drank.