187
dadigheids-bazar's, een charitas waar zij van gruwde. Nu zag ze alles naar het geldzuchtige, het materieele, naar het onverzadigbare toe-ijlen en naar genot. Ieder ding werd voorwerp van verbijsterende luxe, voor de kinderen: auto's, theaters, cabarets, concerten, feesten, maaltijden, Stadion-sport, vliegerij, roeien, tennissen, paardrijden... Alles joeg en raasde, in jubel of geestdrift, van haar wég. En ze bleef zoo bevreesd voor en ongerust over zekere dingen met de meisjes, die ze Uriël niet bij name durfde noemen. Ze bezat geen controle meer. Ze rilde van het bandelooze spreken, het tergend-lichtzinnige, vrijmoedige en onstuimige der kinderen. Ze beefde van dit levensbezetene in hen, dat ook wel eens in Henri verbijsterend kon losbranden. Haar dochters lachten haar uit, om haar oudbakken fatsoen en preutsche gedachten over eerbaarheid. Die waren oud-Spaansch, eeuwen ten achter... En Henri, ironisch-humoristisch, lachte met de kinderen mee...
— Niets gebeurt, lieve, wat ze zelf niet willen...
Dat was en bleef Henri's plonzend motto, morde ze zacht en in zichzelve.
De kinderen, behalve Eg en Uriël, sprak ze bijna nooit, of doodvermoeid, heel vluchtig, op hun kamers. Ook haar man, eeuwig op kantoor, eeuwig met groote-stads-vreemdelingen in de weer of met rijke cliëntèle, die hem overal in meesleurden voor steeds omvattender zakengedoe, maar zelden alleen. Hij kon zonder gasten nauwelijks meer rust in huis vinden. Bij en na diner waren zij altijd samen met kaartspelers of biljarters, en daardoor gescheiden. Eenige malen per jaar moest Henri weken lang op reis, door heel Europa. Hij schreef dan schalksche, korte brieven, luchtte zijn weerzin tegen volksbuurten, tegen communisten en hI wat politiek-revolutionnair brulde. Hij hield haar quasi van al zijn tegenslagen en triumphen op de hoogte en laakte middelerwijl het heetbloedige, de ontuchtigheid en erotische veilheid der jeugd in... het buitenland. Hij zou weer gauw terug zijn en allerlei verrassends meebrengen. Maar zij bezag net als schijn-vertoon! Voor haar bleven de gasten, alsoorten ken-