Het Volk God's, van Armen en Rijken

Titel
Het Volk God's, van Armen en Rijken

Jaar
1931

Druk
1931

Overig
1ed 1931

Pagina's
511



182

ringen, armbanden, cierselen, kleederen keuren. Zij moest voor het dagelijks-wisselend vermaak zorgen. Ze voelde zich soms zelve een hooger soort gezelschapsdame. Het werd een zeer vermoeiende taak, al geschiedde niet alles op een drafje. Want steeds uitgebreider kinder-verzorging, controle op gouvernante'sen dienstboden, op het veeltallig huishoudelijk personeel, eischten haar op. Neen, ze kon in niets meer zichzelf zijn. De kinderen groeiden; de zaak groeide en bloeide. Maar zij bleef stilstaan. De kinderen misten innerlijke aanraking met Mama; lachten steeds krenkend om haar ouderwetsch en achterlijk eerbaarheids-gevoel. Ze namen tien gestalten op één dag aan. Ze waren wild, modern-vrijpostig, uitdagend, lui, ijverzuchtig, onafhankelijk, rumoerig, libertynsch en veeleischend. Al haar tact, al haar twist-vermijdingen, heel haar wakende leiding en rust, die Uriël van en in haar zoo bewonderde, bleken nu slechts beheersching, in belang van zaken en kroost; smartelijke wégwerking, scheurende terughouding van eigen inzichten en ontroeringen. Want heel het zelfverzadigend handelen der kinderen ging dwars tegen haar diepere, kuisch-vrome en vrouwelijk-schuchtere natuur in, die het durvend uitleven van lusten verachtte. Esther zag de meisjes slechts als draagsters van schandsteenen, gelijk oudtijds; al verkropte ze haar benauwenissen. Zij voelde een knagende gewetensleegte, een martelende onbevredigdheid in heel haar slaafsch, van vreemden omzwermd bestaan. Zelve wilde zij gansch iets anders. Hoe had ze vroéger, — Esther dweepte met Italiaansch, dat ze veel mooier sprak dan Hollandsch, — zich een roes gezongen aan Ariosto, wiens zacht-glanzende verzen zij als meisje ten deele uit het hoofd kende, om de eeuwige muziek ervan, waar ze ook toefde, te ondergaan als een stille, onzichtbare bedwelming! In de twee jaren van haar verblijf in het goudlichte Florence, — óók stad van zilveren nevel en maan-sprookjes, — met haar zieken, nijdig-prikkelbaren vader en haar. zichzelf-beschuldigende moeder, had te iederen avond op het huis-achterbalcon, tegen d'om-floersten bergketen opgestaard, terwijl zij diep be

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.