135
en 's nachts, slurpte ze, als een opgewonden filmster, met rijke zwabbers, champagne.
In Rebecca ontdekte Reintje een geheel nieuw meisjes-type; een, geheel vrij van liefdes-truc's, van zinnelijke verdwazing, en toch ook verleidelijk-vrouwe-lijk. Rebecca leek naar het mooiste meisje dat ooit
geboren was...... Haar overgave leefde in alles......
Daarom vertrouwde Reintje Rebecca alles toe; alles van haar genotsdrang en haar wilsverslapping.
Na Reintje's liefdesverhalen, begon in Rebecca's oogen weer een vreemd verlangen, een heimwee te leven, dat haar onverhoeds zoo zoet-onrustig kon afzonderen van alle menschen en dingen om haar heen.
Josua, smartelijk teleurgesteld, wilde met Lofzegging niet langer dralen. Die Bram... die zwakke, weifelende Bram, door een ieder over te halen!... mompelde hij spijtig, gemelijk voor zich heen. Daar was geen tittel of jota meer aan te veranderen!
De mannen zetten hun hoeden op. Sak Hereira plakte zijn ,,kiep" mal-dwars, als een Napoleon-steek op den verweerden komieken-kop. Salomon's vrouw lachte zottelijk-dom om dien piegem van een zwager en wreef haar zwarte bandeau met de hagelblanke scheiding, nog platter op het grijze sliertenhoofd uit. Haar kalkoenen-neus snuffelde zwaar. Weduwe Aboab da Fonseca beloerde met half-toegeknepen oogen, nieuwsgierig, in-schijn-onverschillig, roddelzustertje Truddie, die onderverstandhoudings-duwtjes, nu 'weer met Reintje heimelijk zat te fluisteren. Nieuws?... Nieuws?...
Rebecca haalde haar vaders tephilot en kalotje van het achterkamertje. Ze schrok, toen Hereira heel zacht begon kiedoesj te zeggen. Zijn stem klonk bevend-droef.
Allen betipten na het gebed den wijnbeker. Ook het brood met zout ging rond.
Na de eerste Nieuwjaars-wijding deelde Josua stukjes zoete appel in honing gedoopt uit en prevelde hij een zegesmeeking van den Eeuwigen Heer, Heerscher over dood en leven, af. Zóó luid zong het
Piegem: zot, — Kiedoesj: zegengebed; hetzelfde als „bensjen'' bij de Hoogduitsche Israëlieten,