99
En Rielie zong in het avondduister, als een Napoli-taansch tenoortje. Maar het blééf veertig spieën handel. Om een misjemesjinne in te nemen! Geen
halve schelling winst! In de ijskou...... om dood te
bibberen!
Met vandaag méé... drié verbalen in zijn zak; drié bekeuringen. Een, heelemaal bij den Westerdokdijk... Addenoy, wat een raggening! Hij, die nooit met handeltjes jeile maakte, altijd fatsoenlijk bleef en nooit kenijve-schaure insloeg... Altijd meromme-koopsel en bijna nooit een negotietje eged om peged. Hoe nam hij niet nog vanavond 'n misjemesjinne in?! Een lantaarn had hij op zijn kar moeten hebben, die vijftig meter vóóruit-stralend licht geeft... Nebbisj. De heele Braategas stroomde geregeld van lich! Eén lich al lich! En hij gong in 't donker geen kei verder dan de Jodehoek... Had hij zijn breede olijvenflesch met een dikke hawdolo-kaars, op een soda-grondje vast. Had hij geleerd van de Kedaulim. Deed hij al twintig jaar zoo. En al de gawwers van de Jodenbreestraat elégo. Kwam er zoo'n mamzerbinnenidde, zoo een vreempie an van de zekzie... ring! Geschraak. Lag ie gauseis! Had Rielie 'n gevoel, of ie zóó in glas sprong... de splinters teuge ze rooie ooge! De mensche konde
hém niet goed zien....... bel euring! Zijn nakend
lantaarntje most er óók nog bij... Ja, hij was daar 'n lichkever!... Pas op... struikelde je zik anders over je eige schrage... Kodisj gehups, kodisj allewande!. . Addesjim... drié verbale nog in ze zak... 't Werd 'm niet op 'n krukkie thuisgebroch!...
Het hoogdravende gesmoes op al die verbalen, dreunde geregeld dag en nacht door zijn frotte kiebes, 'n getauros. Vreezelijk, gewoon vréézelijk! Met 'n natte vinger kwam de veldwachter ze gratis andrage, die pampiere-van-bekeuringe. 'n Garpenesjant voor de bure. Owaay!...
Uit zijn geheugen dreunde Rielie op:
Mis j eroes j inne: gewelddadige dood. — Kenijve-schaure: verduisterde waar. — Eged om peged: zooveel verdienste als de handel kostte. — Mamzerbinnenidde: bastaard.—Geschraak: gesnapt, — Gauseis: zieltogen. — Kodisj gehups enz. hoe je ook springt, je ontkomt het niet. — Getauros: dwanggedachte. — Garpenesjant: schande.