85
De baker wou 'm 't kindje laten zien, dat al dadelijk kraaide. Maar hij wou niet kijken. Hij was al heel blij, dat 't 'n jongen was ! Marie Hallersma kwam nog even bij 'm. Ze verteide van haar angst die ze doorgestaan had en d'r goeiige, breede mond trilde nog van zenuwachtige na-ontroering. Wat had Louise zich kranig gehouen vond ze. De dokter had haar met cognac willen bedwelmen, maar ze wou, wou niet drinken .. Ze bleef dan bij d'r positieve.... ze wou d'r wete, waar ze bleef ! Nooit had ze nog zoo'n' martelkraam bijgewoond en anders toch wat gezien in d'r leven....
Maurice luisterde gretig naar de forsche man-meid. Even vroeg hij nog, als Louise stil lag, of ie dan niet 'n oogenblikje haar zien mocht. Ze zou 't dokter vragen, maar mevrouw was zoo doodelijk zwak, dat ze er niet voor kon instaan. —
Maurice begreep de plotse stilte om 'm heen niet goed. Geen geklaag, geen gekreun, geen gekerm meer.... Nu maakte de stilte hem bang, zenuwachtig en gejaagd.... Zou Louise wel slapen.. .. ? en niet.... niet.... godallemachtig.. .. ! Als ze eens zoo verzwakt was.... dat ze 't niet meer uit kon houden ! In hevige ontroering sloop ie naar de achter-kamerdeur, die kierde, en angstvol keek ie naar binnen. —
De dokter zag Maurice en wenkte hem te komen, maar doodstil, wees hij met den vinger op den mond. Maurice was zóó ontroerd en zoo doorsidderd van huilkramp, dat ie niet wist, waar zich te bergen. En in bed, in de snikheete kamer, door-scherpt van azijngeur, verduft van karbollucht, weer verflauwd door heet water en kraamspoelsel, zag ie op 't witte kussen 't tenger-mooie gezichtje van Louise, haar prachtbruin haar lo&-gewarnet achter d'r hoofd; de groote, goddelijke oogen wijd open, in één vrede-staar hem aankijkend met 'n zachte zaligheid om haar mond en een rust in haar fijne trekken, die ie nog nooit zóó innig gezien had. Hij durfde niet naderen en haar bijna niet terug aankijken, wijl ie vreesde voor ontroering in haar zwakte. Ze had een hoog roode koortskleur. Wat ontzettend vreemd leek Maurice dat. Altijd had ie haar fijn-bleek gezien. Weer wenkte de dokter bemoedigend en toen ineens