Kunstenaarsleven, eerste deel

Titel
Kunstenaarsleven, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
282



79

syllabe uit den mond van ״meneer Meries". Dat speet 'm, deed hem mokken, en nou teemde ie maar mee met 't goeiig gezeur van de oue vrouw Hoenders, die hem anders zoo leelijk bespotten kon om z'n geloof. Ko loosde grappen, dood-onge-voelig voor Maurice's angst-stemming en de spanning van 't geval. Met vuur sprak ie over den schatrijken Soonbeek, 'n bankier, nog 'n echten achterneef van hem en Graafstein. In één jacht door vertelde ie Maurice, dat Soonbeek de twee artikelen van hem gelezen, en zoo mooi gevonden had. 't Waren de twee eenige, die Maurice had geschreven, voor 't eerst, met z'n vollen naam onderteekend in de krant. Ko zei, heel gewichtig, dat ie Soonbeek toch eens moest bezoeken, nou ie zoo'n beetje met hem pochte. Hij dweepte met knappe lui en al was 't nog zoo'n rare kwibus, pestgierig, je wist nooit hoe lollig een rond stuivertje rollen kon in de wereld.

Maurice luisterde niet eens naar hem. 't Gepraat van Ko liet hem steenkoud. Z'n moeder, zwaarpuffend van vermoeienis, kwam weer opsjokken, wijd uitschommelend haarlog lijf, hoofd rood van hitte en zweet. Ze zeurde weer, alsof ze beleedigd was, overal driftig rondkijkend naar een stoel. Maurice verzocht Ko op te staan en schoof z'n moeder de manke crapaud toe. Arnold was meegekomen, drukte Maurice lang en innig de hand. Al meer visite drong op, met wie d'ouë vrouw Hoenders gretig konkelde, ophalend allerlei benauwde kraamge-vallen. Een buurmensch met vettige glij-stem beloofde, dat ze voor de kraamvrouw 'n lekker soepie zou klaarmaken, 'n ander wou dit, wéér 'n ander dat. 't Duizelde Maurice, want niet een die voelde wat er in z'n bewogen ziel omging, noch z'n ontroering en gejaagden angst merkte. Hij wou weten, fel-juist, zonder bedriegerij tj es, wat er nu met Louise gebeurde. En niemand mocht meer bij haar. Hij stikte van angst. Ja, iedereen zei 't dat 't kind d'r nou wel in 'n kwartier zijn zou, maar of Louise 't uithield! Telkens hoorde ie snerpender en uitscheurender gegil achter de deuren, deuren, die hij vervloekte, wel wegramijen wou in één trap. Hij moest vluchten, 't was niet langer zoo aan te hooren. Waar zou ie heen in den avond ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.