226
dood voor al dat geleuter. Z'n glimlachmond spotte, spotte, en nooit nam hij 'n sterveling in vertrouwen. — Dat hij rijk was, mocht men weten, maar waardoor: niemand.... en hoeveel, alleen zijn oogen en zijn brandkast. — Na z'n rijkworden maakte ie 'n pleizierreisje naar Duitschland, in z'n schrokkerige zuinigheid nog bij 'n duiten-zwaren bloedverwant logeerend. Daar maakte hij kennis met Flora, veertien jaar jonger dan hij, 'n lief, dweperig bakvischje met veel schoolsche wijsheid, die goed talen sprak en haar Goethe-Schiller-Heine van buiten kende. Op de mannenwereld had ze weinig kijk. Haar zeer streng verzedelijkte, maatschappelijk tóch liberale ouders hadden Flora ieder en omgang met jongens verboden en nét gaar van de kostschool, werd ze voor huwbare dochter opgesierd. — Haar ouders zouden kiezen, niet zij. Hoewel bijna twintig, was ze door en door 'n bakvischje met 't speelsch en sentimen-teel-heroïsch gedroom van 'n zestienjarig meisje.
Ze kende Soonbeek nauwelijks, toen ze zich op hoog bevel moést verloven. Hij had zijn aanzoek gedaan. Ze vond hem niet onaardig. Ze lachte en schaterde speelsch, dat 't nu heelemaal anders uitliep, dan ze gedroomd had. Met ieder rinkelend lachje vloog een bloemvurig fantasietje wég uit haar hoofd, en telkens loste zich 'n meisjesgril óp in de haar gesuggereerde levensvernuchtering : dat ze toch waarlijk geen kind meer was. Dat Soonbeek veertien jaar ouder dan zij bleek, hinderde niets, vergoelijkten haar ouders. En onder die verhittende suggestie zag zij er zelfs iets beschermends in, als om tegen óp te zien. 't Was 'n prachtige partij, gonsde 't om haar oortjes.... 'n millionair.. .. 'n millionair.. .. O zeker! Zij bracht ook wel 'n paar ton mee. Haar vader had twee groote lakenfabrieken in Duitschland. Maar wat was ze, in vergelijking met hem ? Van allen kant werd z'n millioenairschap omgegoocheld tot 'n tooverfeit, waarmee hij al z'n gebreken — als hij die had — zou hebben kunnen bezweren. Maar haar ouders vonden hem geestig, charmant, heel serieus en zóó eenvoudig voor z'n grooten rijkdom. Hij was kloek, wel erg nieuwsgierig, wilde omtrent haar vermogen 't uiterste naadje van de kous