Kunstenaarsleven, eerste deel

225

't Werd nu twee maanden, dat Soonbeek voor 't eerst Maurice en Louise had gesproken. Nog éénmaal daarna was hij bij hen opgeloopen, om met ze af te spreken, dat ze van avond moesten komen, nu z'n vrouw al weer hoog en droog thuis zat. — Dat zou dé groote avond zijn, bromde ie in zich zelf, de groote keur, of Maurice en Louise zijn vrouw bevielen of niet.

Hij zat nu schijn-rustig en toch innerlijk gejaagd in z'n diepen, lagen leunstoel, waarvan hij 't zachte pluche meestal niet kon uitstaan. Al dat zachte, fluweelige verweekte 't zitvlak en de handen. Hij hield meer van 'n houten, knokelig boerestoeltje, sober en gewoontjes met 'n lekker klein leu-ninkje en wat effen sportjes, zonder de warme branie-pluche, die hem vooral 's zomers hevig kwelde.

Soonbeek was 't als jongmensch nooit rijk gewend geweest. Hij had zijn heele leven, van z'n veertiende jaar af, zwaar gezwoegd, zonder één jongenspretje, 't Effektenkantoor en de donkere beurshallen bleven de eenige afmosfeer waarin hij ademde. Op zijn vier en twintigste jaar kon hij door 't gelukken van wat finantieele kuiperijen en meeloopertjes van ״slechte" zaken, zelf'n wisselkantoor beginnen in een hoofdwijk van Amsterdam. — Tien jaar later, op zijn vier en dertigste, bleek hij plots, zonder dat iemand goed wist hóe 't in z'n werk was gegaan, heel rijk geworden. Hij had gespekuleerd, zei men. Hij zou gewoekerd en geld gegeven hebben op 'n prachtige schilderij en-kollektie van een hoogen meneer in nood, die bij den tweeden termijn al niet meer betalen kon. Soonbeek had dadelijk den boedel aangepakt en met ontzaglijke winst van de hand gedaan. Hij had, met 'n komplot verdachte scharrelaars op de beurs smerige streken met vervalschte fondsen uitgehaald, op 't kantje af, net nog zóó, dat hij zich de justitie uit gebrek aan vaststaande bewijzen, van 't lijf kon houden. Zoo werd er gegist en geraden, maar niemand die 't rechte wist dan alléén Soonbeek. Hij werd veel bebabbeld. Men sprak openlijk van zijn vuile woekerstreken, die bekend waren ook buiten 't geval van z'n rijkworden. maar hij bleef

15