Kunstenaarsleven, eerste deel

Titel
Kunstenaarsleven, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
282



II

was nu opgerezen, hoog-spokerig boven Bebie uit, vreemd en plooi-grillig omlijnd door de dekens, die mee opsleepten. En sterker vergromde haar jaloersche drift, gesmoord en woest toch.

Snauwend was de oude vrouw tegen Maurice uitgevallen :

— Snurreke?, snurreke ? ! die beeste, die beeste, potdorie, binne d'r bestiger as menig mins !.. .. dat is d'r 'n saak die seker is.... Snurreke 1.... Nee, m'n goeie meneer Meries.... mit sukke nietigheidjes mot je bij mijn nie ankomme.. .. Heb u d'r vlooie van ? nee.... dat is 'n saak die seker is.... watte ?.. .. Se hebbe d'r sachs sooveul gevoel as.... as minse !

De hond-grommers stonden nog overeind, als bepleisterde standbeeldjes met rommel overdekt in schoonmaaktijd. Vrouw Hoenders bukte zich tusschen haar beesten in en terwijl ze sprak, haar stem verdoffend in stram gebuk, graaiden haar handen gretig dekens en rommel-kleeren weg, bleef ze door-dodderen, in heviger liefdes-passie, haar naampjeszoet naar Bebie en Stella. D'r beverige,' uitgepeesde handen konden niet gauw genoeg 't warme nest losplooien, de dieren opgraven uit hun broeiende diepte. Eindelijk had ze den kop van Bebie bloot. Hij gromde nog zacht, maar, nu ie de vrouw rook, gè-zellig-knorrig. Weer streelde ie zich neer, terwijl moeder Hoenders' peesknokelige handen strammig en moeilijk naar 't voeteneind grabbelden om Stella te verlossen uit 'r standbeeldspokerij.

— Kom jelie maar hier, m'n schatjes, daar is de vrouw, geef jelie d'r maar soentjes ! Lui kwispelde Bebie, terwijl z'n staart stuitte tegen den dekenrommel en Stella, losgewurmd en naar d'r toegewaggeld, begon met d'r spitse tong dwars over haar neus, oogen en tandlooze mummelmond heen te slobberen.

Ze genoot, de oude vrouw, ze vond 't heerlijk, en met dichtgeknepen oogen liet ze zich in den blinde belikken, half bezwijmd van hun vriendschap. Ook Bebie was opgewaggeld en verlebberde z'n lik-zoenen. Op d'r gezicht kwastte z'n tong, en in d'r ooren en neus. Ze vervleide al inniger naampjes met lievigheid. Duizelig van genot, zei ze allerlei malligheidjes tegen de vertroetelde beesten, en als één even z'n streeling afbrak,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.