Kunstenaarsleven, eerste deel

Titel
Kunstenaarsleven, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
282



125

delijk uit verstaan werd, dat hij niets liet zien, maar zij hèm 't goed onder den neus duwden. Begreep ze dan niet, dat ie zich half lam liep, dat ie in vier lommerden geweest was en, als ze 'm niet vertrouwde, dat ze 't dan maar zelf moest doen.

Maurice zweeg. Dat onnatuurlijk-klankloos spreken zonder stem irriteerde hem sterk. Hij zag Frans' gulzigen mond open en dicht gaan, z'n uitpuilenden gorgelkrop slikken.... rijst, brood, rijst, brood.... onverzadigbaar. De lampschijn groefde op z'n magere, beenige kaken en diep in z'n oogholten, vaal en bleek-geel. — En lachen moest Maurice zacht om die ongelukkige, paarse jas van den kerel, kaal en vol gaten op den schouder en in de zij, met di lange slobbermouwen tot half over z'n dooie handen heen, die hij rustig maar liét slobberen.

Louise zat maar weer in haar verstelgoed, i een pak op den grond naast 'r, te woelen, Honderdmaal had ze de vodden van de jongens al gestopt, gelapt, bijeengebonden en telkens was 't weer 't oue spel, scheurde de rommel aan al erger flarden. Ze kon 't niet meer bijeenhouden, nu met 't kind, en alléén al 't huishoudgedoe. Toch ieder keer probeerde ze 't weer, tusschen eigen geploeter en gezwoeg in. Al 'n paar jaar had ze geen boek gelezen. De wereld van muziek en kunst leek voor haar weggestorven. Muziek, die alles voor haar geweest was.... ze hoorde ze nooit ! Als nu en dan uit 't huis van de Graaf-steins 'n orgelpsalm Zondags zangerig optrilde door de muren, dan rilde ze van aandoening en luisterde ze gretig. Maar buren-geroezemoes schuurde er mal geraas doorheen en dan hoorde ze bij kwartieren weer niets. Haar leven was ondergegaan in ruw, grof geploeter. O ! ze vond 't wel heerlijk, de zorg voor haar kindje, maar 't knaagde in 'r, dat ze 't zelf niet zoogen kon, dat ze van zwakte, pijn en hoest zoo dikwijls uitgeput op bed neerviel en alles dan van de jongens moest afbedelen. En ook 't zwaar tobbend daggedoe was haar 'n walg, 'n verwoestende verveling, als Maurice niet bij 'r was. Naast hem ging 't nog, maar als ze zoo heelemaal de dagen doorploeterde, zonder ziel met wie ze iets innigs van 'r gevoel en gepeins kon uitwisselen ; op die duffe, benauwde armoekamertjes dik-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.