Kunstenaarsleven, eerste deel

Titel
Kunstenaarsleven, eerste deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
282



II

vragen, de jongens, z'n vrouw, of ie nou nóg niks buiten z'n krantebureau gevonden had. Z'n vrouw zou 't minst zeggen. Die kon zoo stil droevig kijken, met zooveel meelij voor hém nog, maar de brutale honger-oogen van de zwagertjes zouden uitdagen, verwijten en venijnen, fel, fel! —

Even bleef er stilte zoemen door 't duffe, kleine krot van Hoenders. Ko plots rommelde de kachel vol, boorde een drui-schend gat in de stilte, schoof 't haarddeksel open en dicht, rumoerig, dat Maurice's gezicht opgloeide en wegduisterde in 't schemerlicht van 't kamertje., Ineens hield Ko 't haarddeksel op en Maurice, vlak er voor, in gloei-rood, voelde de hitte pijn-schroeien op z'n beenen, z'n gezicht, brandend, zonder dat ie wijken wou. Er was iets lekker-kwellen ds in de pijnhitte, juist nu z'n leege maag zoo hongerig rammelde. Zoo, zoo, vlak-erop-blijven staren, net den gloeibek in, heerlijk dat vuur.... dat goddelijk-felle vuur.... Maar langer kon ie 't niet uithouden .... Z'n broek smeulde en 't bed.... Spijtig schoof ie naar achteren.

Ko, naast den haard staand in de zijlingsche vuur-uitstraling, smakte woest den vuurbek dicht, dat 't plots sterker duisterde, en de vieze, kolige armelui's-lucht dikker opwalmde in 't hok. Maurice huiverde. De verweerde rommelzooi leek niet eens zóó erg als bij hem, maar hier was nog bovendien armoestank, vervuilings-lucht, precies als bij den kunstschilder Graafstein in 't huis1. Trager schoof ie nog wat achteruit op 't bed, toen ie plots van onder de dekens een nijdig gegrom hoorde. Hij schrok, sprong haastig op. Vlak naast de plek, waar ie op bed gezeten had, gingen spokerig-gek en uit-zich-zelf, 't laken en de rooie deken overeind, kromde puntig van vóór en van achter, een gestalte onder 't dek. En 't gromde donker en gesmoord.

Moeder Hoenders schaterde fel, sloeg zich slap de handen voor den buik, om Maurice's schrik.

— Dag m'n Bebie, dag m'n hartediefie, vleide ze van haar zitplaats zoetjes, soo, heb meneer Meries je wakker gemaakt ? .... dag m'n zwartoog, m'n snollebolletje, m'n hoeniepoenie .... m'n engelierekie....

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.