Menschenwee, Derde boek, Zomer

Titel
Menschenwee, Derde boek, Zomer

Jaar
1903

Druk
1903

Overig
1ed 1903

Pagina's
456



65

dat ziedde in zonnegloei; zoo vermummiede z'n neergeblokt krommig lijf in groenachtig kamerduister, doorschept reflexlicht van boomen ; walmde de rotvuile vischstank van verterende scharren in de zomerhitte rond 'm heen, als lag in de schuwe donkere balkkamer 'n lijk te ontbinden.

Zóó, eiken dag bleef Wimpie moederziel alleen, huilde hij soms als ie zonnetje zag wegduisteren en de groene sparren -boschjes, onder zwaardreigende, angstige onweerslucht, vóór 'm versomberden. Bij iedere regenbui kwam, tastend en stoo-tend, vrouw Rams 'm wegrollen op z'n wagentje 't achterend in, bij 't pleehok, waar ie bleef tot de regen had uitgeruischt. Door smeek en huil verteederd, reed ze'm dan weer ruw en brommerig, onzeker en waggelend terug, tegen 't muurtje buiten. Maar niets, op zulke dagen, zei hij 's avonds van z'n leed tegen Ant of Kees. 't Kereltje giste wèl, begreep goed, maar hield 't stil-in-zichzelf, dat moeder weg moést, om wat bij te verdienen, misschien 'n paar centen over te leggen voor de eerste wintermaanden, als vader niets om handen had.

's Avonds, tegen half negen kwam Ant thuis. Nog morsiger dan in den ochtend, kringden de kinderen om 'r heen, doken ze allemaal een voor een öp, van allen kant, uit laantjes of erfje, alsof ze roken dat 'r wat te bikken viel. Maar Ant, half vermoord en doodelijk uitgeput van hette, 't zwangere lijf als 'n zware vracht voor d'r buik, zakte op 'n stoel neer naast Wimpie, kleine hijgjes uitstoot end uit dor vertrokken, heet-murven-den mond, zonder 'n woord te kunnen uitbrengen. — Ze keek niet om naar d'r kooters, had alleen oog voor Wimpie, dien ze stil toeknikte soms. Vrouw Rams, nijdig en duwerig in 'r kwaadaardige halfblindheid, kippigde om 'r dochter heen, nu en dan 'n donker kindergestaltetje van Ant afstootend, als ze 't zag schaduwen of honger-stemmetjes hoorde drensen. Telkens stopte ze 'r éen 'n bonk brood in de hand, tastend met d'r zoek-vingers langs gezichtje en lijfje of ze soms al hadden gekregen. Voor d'r man, op raamrand, zette ze 'n bord waterige pap neer, zonder 'n woord te zeggen. — Jans had ze gepakt en toegeschreeuwd dat ze op de kleintjes moest loeren met bid-II. 5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.