II
op 't blanke schitterpapier, waar 't licht op beefde. Bij 't ontvangen van regu, hielp de tuinder z'n waar van de schaal laden. Twee smerige kerels, vergrauwd in zweet van zware werkjacht sprongen öp en af uit de binnen-in-donkere wagons, half volgestapeld. De mannen rukten Jaapeke z'n manden en sloffen uit de handen, grepen ze van de weegschaal, klauterden met de aardbei wagons in, dat de purpering kwam te dooven tusschen de morsig bestofte houtwanden, waar al hooger en duisterder de geurvrucht op elkaar gesmoord, in verdook. — 'n Twintig meter van den kontroleur af, op 'n weghoogte van grove keibestrating, achter omheining, propte nog 'n drom karren, rumoerde landvolk met waar en manden, bij 'n kon-kurrent-kooper, 'n Duitscher, die onder geeldoekig tentje, waar zonnebol gloeiheete lichtschaters op néérproestte, — aardbeivrachten innam en verzond in andere wagens weer.
'n Ontzaglijk dik wijf met reuzinneheupen, en magere dochter» langhalzig en beenderig geitengezicht, zat achter 'n klein kleurig tafeltje onder 't brandende tentdoek te schrijven, reetjes en kopietjes, terwijl zwaarbuikige Duitscher afwoog en loerde naar de vruchten, met z'n glimvettig bollig zweetgezicht. — Achterover, op z'n kruin geplakt, blankte 'n wit-stijve automobielpet, glansfel beklept. — Met iederen tuinder rumoerde en streed ie kort en stemsnauwend-krasserig, over gewicht en waar. Moe', niets begrijpend van z'n Duitsch gebrabbel, stom en dorstig in de hitte van d'r zwoeg, kregelden hun ruwe gezichten, vervlekt van zweetvet, streken ze hopeloos en zorgelijk in angstig spiervertrek van zenuwmonden, handplat langs hun voorhoofden en monden, losten ze verder, zonder 'n woord verweer, wachtend op re?u.
Aldoor weer 't oerige moederwijf brabbelde wat tusschen het gebrauw van den zwaarlijvigen mof. Lacherig en spottend, gromden eindelijk de kerels in vloek wat terug, verlegen onder 't niet verstaan, opkijkend telkens naar bemiddelaar, die naast 't zengende tentdoek stond te schroeien in zonnevuur, allerlei zure grapjes uitlolde tegen langhalzige geelmagere dochter met den geitenkop en enorme, vetdijige moeder. Onder geschrijf