Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



68

gezichtje van z'n Louise. Hij kon niet genoeg krijgen van die nachtstilte, die om 'm heen zuchtte en ruischte en van z'n armoe-woninkje 'n mystiek plekje maakte. O ! dat eerste werk, wat 'n zalige uitstorting was 't hem; wat sidderde, gloeide, vlamde de passie door z'n woorden, en wat kon hij er in schreien, stelpeloos schreien van al z'n smart en z'n leed ! — Dat was 'n heilige ontkieming van z'n eerste, vaste uiting, met al 't wankele er in van z'n groeiende ziel.

Z'n armoe bleef nog wel groot. Flora kon nooit geld sturen, wijl ze over niets vrij te beschikken had. Maurice wilde er ook niets van weten. Als ze 'm er soms om smeekte,׳ verzette hij zich met hevige energie. Hij wou zoo min mogelijk afhankelijk zijn van Soonbeek. Als deze uit zichzelf aanbood, zou 't tijd genoeg zijn om te weigeren of toe te staan. Want Maurice vreesde iets, waarover hij, wen werkpassie wat bekoelde, altijd weer tobde. Als ie met Soonbeek meeging, onder den invloed kwam van diens geldmacht, zou hij ondergaan, zoo zeker als 't zekerste ! Soonbeek joeg öp, hèm en Louise. Op zijn manier hield hij wel van hun tweeën, maar hoofdzaak was toch zaken met hen te doen. Hij wou hén verrijken en zich zelf. Maurice haatte fel z'n sjachersfeer. In 'n dolle driftuitbarsting had ie 'm dat weer, nog pas 'n week geleden, gezegd, toen Soonbeek en Flora hem waren komen bezoeken. Soonbeek had nooit nog zoo'n afstrieming van eenig sterveling gehad. Maurice spuwde op al z'n duiten, al z'n bezittingen, als 't er om ging zijn vrije, woeste of droomende natuur te willen inbinden, verbrokkelen. Hij wou 't leven genieten van den hoogst-geeste-lijken kant', met verrukkingen die voor Soonbeek hersenschimmige spelerijen waren, al erkende Maurice geld, veel geld zelfs, noodig te hebben. En Soonbeek wou alléén duiten, duiten bijeen harken! Maurice verdoemde dat heete hebzuchtige schrapen, en weer was 't tot de oude hevige botsing gestooten tusschen die twee, in aard zoo uiteengroeiende wezens. Flora had met verbluffing en ontzag naar Maurice's verdoeming geluisterd, en nooit had ze 'm zoo mooi gezien, in z'n grootsch willen en uitstorten !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.