Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



3

weet 't!.. .. En ik verkies.... ik verkies.... mijn geld niet te verspillen.... verstaan ? Hoeveel lichten wou je an ?.... hoeveel ? drie ?.. .. vijf ?.... negen ?.. .. onzin', onzin ! onzin ! ! één is meer dan genoeg ! Ze zullen niet struikelen !

Flora, slank en lang, 'n half hoofd grooter dan hij, keek trotsch over z'n klein, smal lijfje heen, den fijnen mond saam-geperst van bedwongen woede en minachting, ging zonder 'n woord weer terug naar de chaise-longue, rekte zich uit alsof ze weer slapen wou.

O God ! hoe afschuwelijk vond ze hem nu, met z'n kalen kop onder ,t vale licht. Hoe haatte ze dat ooggetril, en z'n valschen mondlach, dien ze meestal, uit gewoonte, niet meer zag. Ze rilde van z'n zieken adem. Wat vond ze 'm ellendig, nietig, verschrompeld. En toch was ze bang! Ze huiverde voor hem, zooals ze sidderde voor rupsen die haar bekropen. Ze voelde in z'n zinnelijk gedoe, als hij lief wou zijn, datzelfde weeke gekruip, dat wormachtig rekken en inkrimpen, dat ge-kronkel en langzame voortgegolf van 't lijf. Er was geen verschrikkelijker dier voor haar denkbaar dan 'n rups met d'r vraatzuchtige oogjes en den behaarden slurfneus. Precies zóó voelde ze Soonbeek, als ie haar aanraakte en begeerde. Ze durfde 't niemand, niemand zeggen, haar eigen moeder niet, zichzelf nauwelijks.

't Was toch de vader van haar twee kinderen, waar ze dol veel van hield. Ze vocht er zelfs tegen. Ze wou niet zoo over 'm denken, maar 't overrompelde haar telkens. Hoe kwam ze toch in zoo'n versuffende, saaie en droef-grauwe atmosfeer van sjacher en nog eens sjacher verzeild ? Vroeger was ze vroolijk, jolig, zong ze als 'n echte wildzang thuis. Hier, negen en twintig jaar, kniesde ze zich dood, was ze zwak, naar, traag, leed ze al drie jaar aan plotselinge flauwten. Ze had 't aan de nieren, zei de dokter onheilspellend. Ze was dikwijls te loom om van de achter- naar de voorzaal te loopen. Zoo kniesde ze op één plek.

Ze snikte nu op de chaise-longue, toch gesmoord, dat haar man maar niets zou hooren. Want dan barstte ie uit in sarrend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.