Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



249

overrompelend, 't Kon allemaal nog wel nawerking van schrik en ontzetting zijn, om Soonbeek's dood en z'n gehuil, dat door 't huis gekermd had vóór ie stierf. Ze was zoo nerveus, grillig, zoo receptief. Hij zelf, toch veel sterker, kon zich ook geen voorstelling maken van Soonbeek's dood. 't Was zoo snel en woest gegaan, dat de overgangen, 't levende naar 't doode, bijna niet konden worden ingedacht. Nu stond ie daar onder de sterfkamer ; nu had ie 't lijk gezien, en nog altijd rilde alleen 't mysterie van den Dood op hem in, zag ie niet den doode ! Die levendige woordslurper, met z'n schelle stem, zou ie daar niet dadelijk de kamer instormen en gaan spreken ? Zou ie daar niet voor hem staan, met z'n krampig-nerveuze oogen dicht, pratend als 'n blinde ? En zou hij dien schrikkelijken lach niet meer zien sarren om den mond ? Maurice wou iets vastgrijpen van alles wat om hem heen gebeurde, maar hij voelde niets, 't Bleef leeg, angstig-leeg. Hij kreeg de sensatie alsof ie gedwongen werd op 'n menschenmuur aan te loopen, daar iets moest vast grijpen, maar dat dan die muur, hoe dichter hij naderde, telkens verder achteruit schoof, heel stil en heel vreemd. Flora keek nauwelijks naar hem om. Hij was niéts meer voor haar. Hij hoorde haar weer krampig-snikkend spreken over Soonbeek's soberheid als 'n deugd ; dat hij nooit iets over de balk gooide, maar dat ie toch voor ieder zorgde. —

Alles wat ze in hem had gehaat, gestriemd en veracht met schampere verbittering, om zijn uitwoekering en duivelsche sluwheid, draaide ze zóó om, dat er nu iets moois uit groeide. Even zélfs met 'n broer sprekend van z'n vreeselijke asem-ziekte, klonk er smartelijke bewogenheid in haar stem. —

Maurice kon 't niet langer uithouden, 't Leek hem zoo'n troosteloos-ongelukkige en diep-vernederende miskenning van eigen vroeger leven, dat ie het zonder vaststelling van haar waanzin-opwinding niet meer vermocht in te denken.

Zacht en vreesachtig gaf ie haar de hand. Vreemd éven, bóven haar droefnis uit, keek ze 'm aan, voelde ze zijn wilde ontsteltenis. Toen bracht ze hem naar de deur.

Aan 't eind van de gang kermde ze weer héél zacht en kla-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.