219
had tóch al te werken in 't lichtschuwe menschenleven. De meiden keken in 't begin heel vreemd op, maar Soonbeek verhuisde naar 'n andere kamer. Sarren deed ie haar toch nog wel, en soms kwam hij plots op grove wijze bij 'r binnenloopen, spottend met die fratsen van haar eigen man bannen, haar kwetsend en folterend, door allerlei intieme gevalletjes van hun eerste huwelijksleven, duivelig-kwaadaardig lachend, haar weer onder den neus te duwen. Maar als hij dan Flora's gezicht vreemd zag verstrakken, en in haar uitschietende stem dat vaste beveel-timbre hoorde, dat ie dadelijk zou eindigen of er kwam burengerucht, dan druilde hij sluiks af, aan de deur nog zacht-lief pratend, om de kinderjuffrouw te misleiden, die in de gang passeerde.
En juist nu, nü in zijn gedwongen onthouding, voelde hij een rillende begeerte naar haar lichaam. De hartstocht suisde hem in 't hoofd, 't woeste verlangen, dat geen bevrediging, alleen afstooting onderging. — Die witte hals, die blanke, zachte volle hals !.. .. hoe hunkerde hij naar 't streelgenot. Alsof ie kleine, heete teugjes zoeten wijn inslurpte, zoo gloeide 't verlangen hem op de tong, al maar proevend in zelf-bedwelming.
Hij smeekte, schreide, vloekte, raasde, niet meer gevend om schandaal en burengerucht, maar Flora bleef weigeren in zwijgenden hoon. Eens had ie gemerkt dat Flora weifelde. Toen was ze bijna overwonnen geweest door zijn gemartel. Ze zag hem als 'n gewonde gek om haar heen jagen, met dolle oogen en woesten schuimmond. Z'n stem heeschte van passie, smeekte week en huilde bang. Even voelde ze verteedering door zijn lijden en zijn akelig, snikkend mannengehuil, dat ze niet kón aanhooren langer. De smart vergroefde z'n gezicht tot 'n vaal-grauw masker van verwrongen begeerte, vrat wég z'n lachmond. Hij naderde haar, en ze voelde zich bezwijken. Maar toen hij haar zoende met 'n hitte, die haar half stikken deed, en ze plotseling weer z'n adem rook, die haar de keel inwalmde, als de bedorven lucht van 'n zieke kaas, kromp ze terug van walging, duizelde van zelf-schaamte, vluchtte ze in de kinderkamer.