Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



216

dat ie tegenkwam doorsnuffeld. Tusschen haar linnengoed zocht z'n gloeiende trillende hand ieder hoekje, schaamteloos wreed er alles aan wagend. Geen japonrok werd overgeslagen, geen geheimzinnig weggemoffeld split vergeten. Zelfs voering en tusschen-voering betastte en bepluisde ie. Hij moest lezen, lézen, voor z'n oogen zien, of er in hun brieven toespelingen gemaakt werden op die intimiteit. Hij las verhit, telkens in spanning luisterend, of ie niet betrapt of overrompeld werd door Flora of een der meiden. Als 'n dief sloop ie door z'n eigen huis, loerend uit 't raam, achter de deur. Al de geheime laadjes van haar bureau had ie geleegd en doorgewerkt. Telkens wel 'n brief van hém, dien hij bleek en sidderend in een adem doorjachtte, maar niets, niets, dat daarop sloeg ; op hun verhouding. Hij moest goed toezien, alles weer heel natuurlijk ordenen. Was ie klaar, dan martelde wantrouwen in z'n eigen onderzoek hem weer met heete, nerveuze kwellingen van onrust. Als ie eens niet goed gelezen had door z'n angst, dat ie betrapt zou worden ? Waarom moest ie zich zelf vertrouwen ? Dan, al bleeker en gejaagder, peuterde hij weer de slootjes open, begon ie weer opnieuw, zich huilerig voelend van woede en aftobbing, telkens gejaagder luisterend naar geluiden in de kinderkamer en de gangen. Maar ook weer vond ie niets, 't Waren korte briefjes van eenvoudige zaken. Eén briefje vond ie, waarop ie meende, dat in geheimschrift 'n paar woorden waren neergekrabbeld. Hij schrok, als had ie precies kunnen lezen, wat 'r stond. Schichtig stak ie 't bij zich'. Dat moest z'n vriend de advokaat ontcijferen, al vroeg ie duizend gulden. Maar de advo-kaat, wien hij heel speelsch 't uitgeknipte strookje liet zien met 'n voorgewende onverschilligheid, schaterde 't uit. Wat doe je met Grieksch in je zak te loopen, nog wel 'n eersten regel uit de Odyssee. Hij schaamde zich, Soonbeek. Waar Odyssee uithing wist ie niet, maar wel, dat 't iets als 'n gedicht was. Dus ook dat mislukt, spijtigde 't in 'm ! —

Toen had hem een eminent denkbeeld overrompeld. Als ie Trees, de fijn-sluwe, kraakzindelijke en knappe Trees, als ie die eens geld bood om te spioneeren ? Maar zou ze 't doen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.