215
zou ; dat ie plotseling 'n beroerte zou krijgen of bij 't wandelen onder 'n huis in aanbouw een steen op z'n hersens zou vallen. Maar hij voelde dat zoo iets toch niet gebeurde, nu zijn heete kwellingen van haat, venijn en jaloezie alléén dat wilden. Want al stikte ie van afgunst, zelfs op den kop van Maurice, ónder die wreede instinkten van verzet en woede leefde 't gevoel van vreeselijke slaafsche gehechtheid aan dien man. Neen, neen, hij kon niet, nooit meer zonder hem. En dan : liet ie toch vasthouen met al de taaiheid van zijn natuur, dat Louise hem zoo verbazend goed hielp op de veilingen. Wat kon hij, met haar kennis van antiek, niet voor schatten koopen ? Ze had er duizendmaal meer verstand van dan hij. Van oude schilderijen wist hij niets, zij alles. Zoo ook met al dat gekleurd Delftsch. Hij kon 't niet uit elkaar houen, en zij met 'n oogopslag : delftsch, japansch, chineesch, moorsch, oud-spaansch en de hemel mocht weten, wat al meer. Met haar alléén al was 'n groote, prachtige, winstenafwerpende zaak te beginnen. En de jongens Dorus en Dolf je dan voor 'n prikje op kantoor, ze laten werken tot ze blauw zouden zien. Hij kon wel drillen. Van dien mallen Frans, neen, daar moest ie niets van hebben. Met z'n kraakbeenderen, ja, kon je zeker geld verdienen op de kermis — maar overigens was 't 'n scharminkel, 'n dwarse, verwaande pijpesteel, die hem ergerde om zijn ,,ontdekkingen", die hij iedereen opdrong.
Neen, Louise en de joggies en Maurice zelf, die kon hij gebruiken ; en dan maar smoren, smoren, alles, wat er in 'm gifte en bangde aan jaloezie, venijn en onrust.
Zoo had ie dan 'n poos z'n angst voor het verergeren van hun intiem samenzijn verborgen, al omsloop ie Flora en Maurice soms als een poes 'n muizegat. Met nerveus gebeef in al z'n leden was ie 'n sluip-jacht begonnen in de zakken van al haar japonnen. Dwars door haar toilet-rommel had ie z'n greep gedaan. Met wel twintig kleine en groote sleutelbossen gewapend, uit z'n veilingboel opgediept, had ie al de slootjes van haar kastjes, van haar klein bureautje, haar kleeren-, haar linnenkast opengemorreld en ieder papiertje of briefje