Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



211

Maar als hij twee minuten had gewerkt, op z'n bureau bóven, dan lag de boel plots weer stil, keek ie uit 't achterraam naar de stille plaats ; was z'n angstmijmer weer in vollen gang ; joeg het in hem over z'n maagkanker van vroeger, z'n kwaal, z'n ademziekte, zijn besmetting misschien nu weer, die 'm altijd bracht de huiver-gedachte van z'n sterven. En daaromheen dan, de altijd-opnieuw hem omkronkelende idee, die hem nog meer martelde en kwelde dan z'n dood-gaan, wat ie te doen had met z'n geld, als ie niet meer zou zijn.

Zou ie den boel vernietigen, zoodat geen ander na z'n leven er genot van zou hebben ? — Neen, dat kon ie niet, ook al zou ie precies weten, wanneer ie sterven ging. Hij zou geen vijf cent doelloos kunnen vermorsen. Maar dat ie van z'n heerlijk bezit, zijn goud, zijn zilver, zijn loten, effecten, z'n huizen en z'n veilinggoed scheiden moest, dat gifte een gloeiende razernij in 'm aan, die niet kon verzwakken. Kon ie, eenmaal dood, met z'n skelettenhand maar zóó den boel vastklemmen, dat niemand er een cent uit loswerken kon, zonder zijn wil. Kon ie maar, al wat ie rijk was aan goederen, inéén klein maar duizenden koncentreerend papier samenbrengen en dat ding in dien skeletten-knuist vastgeklemd houden voor alle eeuwigheid; z'n bezit, meegesleurd in den dood; 't papier, dat zijn leven, zijn bloed, zijn passie, z'n vernuft en begeeren bij elkaar hield, maar zóó vastgenijptangd, dat de duivel zelf 't hem niet kon ontrooven, zich verzwikken zou, of hem de pols breken, eer ie losliet.

Hij gunde geen sterveling, zijn eigen kinderen zelfs niet, nu hij nog moest afwachten of ze zoo zuinig en genotskarig zouden zijn als hij, 'n aasje geluk door zijn geld. De woede huilde in 'm, de heete wraakzucht gifte 't groene vuur aan in z'n tril-oogen, dat na z'n leven vreemde schepsels van zijn geld zouden smullen, pretmaken, luieren. Neen, hij kón 't niet verdragen. — Al heeter brandde 't bloed naar z'n hoofd. De scheidingsgedachte, ze folterde hem, zooals ie dacht nooit gepijnd te kunnen worden. Hij huilde, huilde, als 'n kranke schooier, woede-tranen, die z'n gezicht schroeiden, en als in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.