Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



210

toch zien, wat met z'n rijkdommen ging gebeuren, zou ie in machtelooze, angstige woede moeten toekijken, al verbrasten ze in één dag, wat hij in z'n heele leven bijeen had gegaard. Hij zou van binnen verteren, verschroeien, huilen, snikken ; hij zou zich zelf vaneen willen scheuren. Maar geen lid zou hij kunnen verroeren, zoolang de zwarte beul 't niet wilde. En aldoor zou ie meeloopen met wat hem 't brandendst in z'n leven aan 't hart was gegaan : zijn geld, zijn goed, z'n woeker-genot, zonder dat ie stem had om kreten te slaken en alles zou ie zien en hooren zonder dat hij gezien en gehoord werd. — Soms lachte ie zich zelf in ijzigen grijns uit over z'n krankzinnige voorstelling, maar 's nachts bekroop hem 't doods-visioen, geloofde ie 'r aan, als aan 't werkelijkste, dat ie in 't leven zag. De Dood zou hem villen, de huid af stroopen, zou hem pijnigen en spier voor spier 't lichaam uitrukken. Hij zou hellepijnen en brandende smarten te doorstaan hebben. De Dood zou hem begieten met kokend bloed, zou hem de vale kaken rood schminken en hem opjagen over de aarde, waar ie loeren en spoken moest, rond z'n geld en z'n rijkdommen. De Dood zou met hem dansen in stormnachten en dan met 'n stomp z'n beenderen kraken en kneuzen. En altijd zou ie de martelpijn voelen als in 't leven. De Dood was z'n zwartste beul, z'n angst-visioen, z'n siddering 's nachts en er tusschen rilde z'n haat, z'n venijn tegen de levenden.

Hij had zelf nu den dood bij zich verhaast. Waarom wist ie zich niet te onthouen, niet te beheerschen ? Nou was ie besmet, stellig besmet, al wist ie 't niet zeker. O ! hij werd er stapel-, stapelgek onder. Kon hij iemand zeggen, wat ie 's nachts leed, 's nachts vooral in z'n doodsangsten, z'n haat en jaloezie ? Vér, iederen nacht, van haar witten, heerlijken hals. Altijd alleen, alleen in branding van z'n begeerten met martelende, knagende treurnis en woede, dat ze 'm had afgewezen ? Hoe zou 'm Maurice nog meer verachten, als ze hem van z'n sterf-angsten en jaloezie vertelde. Hij dwong zich maar, de dagen lang, weer telwerken, z'n leefaandacht vast te leggen op z'n arbeid, z'n duizenden zaken, z'n katalogi, z'n veiling.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.