75
Wat kon hem z'n eigen leven schelen, zijn voordeel, zijn klein materialistisch bestaan ; wat z'n eigen genoegentjes, liefhebberijtjes ? Dat alles moest in het niet duizelen voor 't allerhoogste, 't groote werk, dat opving de klanken van 't eeuwige geluid, dat van 't leven en de schoonheid is. Het dramatische werk, dat was voor hem de tempel, waarin de menschheid haar zonden en haar haat, haar verbittering en ellende, haar jammer en haar weedom biechtte. Met een gloedafkaatsende tiare zou die arbeid gekroond.
Soms sidderde Maurice van z'n eigen visioenen, 't Onbegrensde en onmetelijke van de dingen doorhuiverde z'n ziel, en toch voelde hij diep, dat al 't persoonlijke van veel zinsgenot, van veel koesterend welbehagen geofferd moest worden aan dat werk. Wat kon hem in den loop van 't eeuwige de stree-lende verliefdheid van een zoete vrouw schelen ? Even had hij zich laten bedwelmen. Hij werd nu weer de nooitwijkende. Zong niet nog altijd in zijn ziel de hartstochtelijke liefdesverrukking, die hij met Louise had doorleefd ? Dat was als een landschap, achtergrond van heel z'n bestaan, altijd blijvend, 't Mocht in de armoe, de pijnen, verdrietelijkheden en zorg-worsteling nu en dan omneveld liggen, besluierd achter een rooden mist; plots kon het klaar uitschitteren tusschen de bedamping van ellende en smart in. Dié liefdeherinnering was de gouden droom van z'n leven, daarin zag ie verleden en toekomst.
In haar mooiste uren was Louise weer, precies als toen, 't verrukkelijke slanke meisje, dat peinzende kind, zoo'n teer wonder van zachte stille schoonheid, en toch zoo hooghartig voornaam, zoo fier in haar zwaarmoedige schuwheid. Op die uren dreef in haar donker oogengoud weer die innige, bijna kwijnende weemoed, dat vragende en dwalende van een geestelijke zwerfster die zij altijd was. Nu had hij die liefdesverrukking, dien eersten koortsigen droom met haar ondergaan ; verlangde hij nu nog meer, weer wat anders ?
Hoe sterk en sarrend voelde hij die alles rondom aanvretende weemoed in z'n ziel, over 't voorbijgaande van ieder, ieder