156
heeft hij bepaald slag van. Ik wou — al was 't ook hondenweer — naar huis loopen, maar Flora en Soon-beek hielden me letterlijk gevangen. Louise zou wel begrijpen, dat je bij ons bleef overnachten, zeien ze. Wat zul je alleen zijn, lieve Lou'tje! Ik schrijf dit briefje nog even, omdat ik anders geen rust zou hebben. Je krijgt 't morgenochtend! God, wat vreemd, Lou'tje, dat ik nu in één stad met je ben en je toch niet zien kan. En dat ik nü niet weet wat je doet! Morgenmiddag ben ik weer thuis. Ik ga met je gezichtje in m'n armen slapen.
Nacht Lou'tje,
Nacht. Maurice.
Zoo iets was nog nooit gebeurd, dat Maurice in één stad van huis wegbleef. Ze kon 't niet verkroppen. Ze zag allang een schrikkelijke onrust in hem, die hij in de zorgelijkste periode van zijn leven, 't breken met al zijn vrienden, zelfs niet doorgemaakt had. O! ze voorvoelde wel, dat Flora Maurice liefhad ; maar dat die weeke vrouw zoo oneindig veel zou doen, om hem aan zich te binden, en hij zich zóó door haar zou laten beinvloeden —, neen, dat zou ze nooit vermoed hebben. Maurice en zich-laten-verbinden, dat waren zulke elkaar vernietigende dingen, dat ze er maar geen besef van kon krijgen, hoe eigenlijk hun verhouding wel was! Jaloezie voelde ze heelemaal niet. Ze kon 't best verdragen, dat andere vrouwen heel veel van hem hielden, dat hij met ze omging, precies deed zoo als ie was, hoffelijk, innig, voornaam, ridderlijk en toch inééns weer vlijmscherp en sarkastisch. Ze wist zoo diep, zoo twijfeloos diep, dat hij haar lief had. Maar waarvoor dan toch die onrust ? Wat gebeurde er in hem ? En als Flora werkelijk op hem verliefd was, waarom vertelde hij dat haar dan niet ? Vragen naar zoo intieme zaak, zou ze nooit, nooit! Vroeger besprak hij met haar de innigste voorvallen van zijn leven, van zijn lijden als jongen, van zijn droomen en denken en begeeren. Waarom verzweeg hij dat ? Zag hij haar dan