Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



152

gejaagde, ontzenuwende, alle rust en levenslust wegvretende angst, zóó erg, dat Flora hem zelfs geen woord troost durfde geven. Zoo dikwijls, tusschen z'n korrectie, vertelde hij van achterlijk Kareitje, wat ie deed, en hoe innig 't mannetje in z'n kinderstoeltje de maat sloeg als hij viool speelde,.... Nu geen woord. Na weken van de smartelijkste gejaagdheid, barstte ie dan in snikken uit bij Flora, die er van schrok. Zóó had ze dien man met godenkracht nooit gezien, zoo week, alleen om dien helschen straatjongens-kreet. Ze wist niet op welke wijze hem te troosten. Ze kuste hem zacht, nu als een beschermende vriendin. Maar haar diepe, alles trotseerende vurigheid deed hem weer rillen. De verhitting voelde hij aansluipen. In haar innigheid en teedere vereering, wou hij z'n smart over Louise's zwakte en z'n verkropte ellende vergeten. Toen onderging hij 'n bezwijming, een verdooving, een doezelige dronkenschap van geest en herinnering die hij zelf verlangde.

Als ie dan in de zoete weelde van z'n rijk gemeubelde kamer, naar den al kalenden wintertuin keek, den wind hoorde gieren achter de ruiten, dan zong er weemoed in hem, dat hij schijnbaar zoo veilig nu zat en innerlijk toch gestriemd en verscheurd van wroeging, 't Was een weedom dien hij ging lief-krijgen. 't Geruisch van de stilte zong mee in z'n bedwelmd hart. Dan kwam Flora binnen met groote bedauwde druiven en zacht roodgeschroomde peren. Heel gracieus ontvelde ze de druifjes voor hem en schilde ze wat vruchten. Het sapte aromig in zijn mond. En dan dadelijk liet ze koffie opbrengen. Die geurde z'n kamer rond, wekte weer visioenen van levenslust in hem op ! Hij dronk, dronk wel vijf koppen, om kwijt te worden z'n angst voor Louise's bloedspuwing, voor haar kuchen, haar tenger kwijnend gezichtje, zoo smartlijk en stil; om maar kwijt te worden, zijn schuldbesef nu van 't meedoen in Flora's benevelen, zijn bedrog tegenover Soonbeek, tegenover z'n werk.

Dan, in de zoete dronkenschap van die warme weelde, trok hij met Flora naar de zaal, speelde hij orgel, in wilde verrukking, de liefde-extase van Tristan en Isolde. Flora hijgde in ontembaar genot aan z'n zij. Dan sidderde er een demonische

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.