!5!
op kantoor, in de leerjaren, verdienden bijna niets. Frans had drie honderd gulden, die hij nu voor kleeren en schoeisel en kleeren voor de broertjes moest bestemmen. En dan nog, waar zou Maurice 't geld vandaan halen, om Louise's kuur te kunnen betalen ? Van Soonbeek kreeg hij nu al zoo veel. 'n Paar uur per dag schreef ie voor hem artikelen in finan-cieele bladen. Daarvoor gaf hij hem nu zooveel, dat hij wel een honderd zestig gulden maandelijks verdiende. Maar 't voornaamste was wel, dat hij hem van zijn crediteuren, vooral van de erg-bindende, verlost had ; ook wel op een heel geheimzinnige manier, waarover hij eigenlijk nooit een woord sprak, maar toch verlost. Louise beheerschte nu rustig en zuinig de huishouding. Ze was van alles de ziel, bewoog zich nu gemakkelijker in 't milieu zonder schulden. Maar hoe zou hij en zij nu ooit Soonbeek geld durven vragen voor een kuur die wel twee jaar kon duren, zooals de dokter gezegd had» wou er iets afdoends gedaan worden ? Zijn toekijken op wat Louise deed, gaf hem ten slotte niets. Hij werd er maar radeloos en hevig nerveus onder.
Op 'n middag liep ie met Louise wat straatjes om, toen er een woeste slungel vlak voor haar staan bleef, haar verbaasd in het tenger-bleeke-gezichtje staarde, en toen uitkrijschte :
Alle Jezus ! een doóskop !
Voorbijgangers keken Louise aan en lachten. Maurice was grauw van schrik geworden. Louise lachte zelf heel zacht, maar toch een beetje gedwongen, al beet ze ook fijntjes op de onderlip. Maurice hoorde den ganschen dag niets anders dan dien woesten kreet. Tegen bloed opgeven had ze nu poeiers en pillen gekregen, en telkens beweerde zij, dat ze zich veel sterker voelde. Zag Maurice nu en dan een congestie haar bleek gezicht even bevlammen, dan wist hij zich niet te bergen van helschen angst. Een woeste zinneloosheid smakte hem dan neer. Hij kreeg een gewaarwording alsof iemand hem uit een torenvenster stak en even spartelen liet in de lucht. Nog heel lang bleef de straatjongens-krijsch in 'm klinken. Hij kon dien uitroep maar niet kwijt worden. Het werd een