Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



124

dat zij zich geheel kon retireeren, zonder gêne, alsof er niets tusschen hen voorgevallen was. Maar als ie zag, dat ze zich bleef geven in dien stormachtigen hartstochtstoon, dan zou ie anders moeten handelen, heel anders.

'n Paar weken lang had Maurice zich nu schuil gehouden. Soonbeek had hem al verschillende keer en gejaagd en in wrevel bezocht, nu hij Maurice heelemaal niet meer zag. In schrik, bij 't hooren van z'n stem, was Maurice telkens naar den zolder gehold, tegen Louise 'n uitpraat je bedenkend, waarom ie niet in z'n werk gestoord wou worden. Hij kon Soonbeek na 't geval nog niet vrij genoeg in de oogen zien. Er aarzelde en vocht nog iets in 'rn. En hij wou niet wankelen, niet z'n blik neerslaan, als ie tegenover dien kleinen demon stond. Ook bij Flora wou hij, door 'n paar weken weg te blijven, 't gebeurde laten bekoelen. Ze had hem dadelijk 't geld gestuurd voor de uitgave van z'n eerste boek onder eigen naam, zonder een letter toevoeging. Hij begreep nu wel dat ze leed, vreeselijk, smartelijk leed, maar toch ook, dat ze tot bezinning was gekomen.

Op 'n Zaterdagmiddag, stellig hopend Soonbeek thuis te treffen, stapte hij weer naar de Heerengracht. Maar Soonbeek, hoorde ie van Trees, was net uitgegaan. Van de slaapkamer-trap, terwijl hij aarzelend stond te overdenken of ie nu wel blijven zou of stil weer vertrekken, kwam Flora hem tegemoet. — Ze zag heel bleek en zacht, bijna fluisterend groette ze Maurice.

Flora had 'n schrikkelijken tijd doorgemaakt. Ze dacht, dat Maurice nooit weer terug zou komen. Een dag na de ontketening van haar ziel, besefte ze plots, zich ontkleedend op de slaapkamer, wat ze eigenlijk gedaan had. Ze voelde als een dronken lichtekooi gehandeld te hebben, verachtelijk, vulgair, als 'n straatmeid. Ze rilde van zich-zelve. Ze haatte zich. Ze zou zich hebben kunnen slaan, striemen. In haar zelfverachting vond ze een verbitterde bevrediging, want zoo min kon Maurice haar niet aanslaan, of zij deed 't nóg minder. Ze was geen vrouw meer. Alle kieschheid, iedere fijnheid van beheerscht vrouwelijk voelen had ze tegenover Maurice in 'n gloeiende razernij van d'r zinnen, in den opstand van haar hart ver

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.