Kunstenaarsleven, tweede deel

Titel
Kunstenaarsleven, tweede deel

Jaar
1906

Druk
1906

Overig
1ed 1906

Pagina's
288



121

Nu wist Maurice zich tegenover Flora de vriéndin, innig, tegenover Flora de vróuw, koel-lief te zijn geweest. Haar fijne, beminnelijke zachtheid had hij soms schuw afgeweerd met vormelijke deftigheid. Dat moest hem redden. In dien vormelijken omgang mocht zij natuurlijk nooit 'n verborgen geringschatting voelen, 't Moest zacht-intuïtief aangevoeld worden als gereserveerdheid noodzakelijk tegenover haar dringende, streelende, soms zacht-vurige omgangsmanier met hem. Zoo dikwijls hadden vrouwen het beschermend-spontane en fijn-doordringende van zijn natuur verkeerd opgevat, waren ze aangestormd met intieme verrukingen, dat hij nu met Flora niet genoeg op zijn hoede kon wezen. Maar telkens verloor hij, onder prettige gesprekken en 't heelemaal argeloos samenzijn, zijn bedacht houdinkje, liet hij zich gaan zooals ie was, met het brandend optoortsen van al z'n illusies en visioenen of duister vooruitdrijven van z'n sombere, vlijmscherpe beschouwingen. Dan gaf ie zich Flora met hartelijke innigheid, die hij tegenover mannen onder vier oogen precies zoo uitte als tegnover vrouwen. Die zachte, hartstochtelijke en diep-uitstralende innigheid moest Flora zeker dadelijk wat bedwelmd hebben en daarom voelde hij ook schuld. Hij had zich nog veel meer, ook als vriénd, en niet alleen als man moeten verstrakken, verkoelen in vormen; vormen, niet meer als subtiele ziels-bewegingen, niet als arabesk van fijne genegenheid, maar vormen van 't verstand, beredeneerd, overlegd en op bepaalde, nuchtere beleefdheden afgericht.

Maar nu Flora hem eenmaal overstormd had, zonder dat hij liefde voor haar voelde, nu móest hij zelf wel heel voorzichtig beraadslagen, wat te doen. Want ze was zoo mooi.... dat blonde haar, die mystieke grijze oogen, zoo diep en toch zoo wonderlijk speelsch van licht, zoo onbewust-lokkend,'t fijne, zinlijk-gelijnde, hartstochtelijke en lieve dweepgezicht, haar rank lichaam, trillend, vol, zacht-zwoel van rijpe vrouwelijkheid en éven traag van gang, bijna wellustig, — 't kon allemaal zoo gevaarlijk voor hem worden.

Zij had zich uitgestort, — zij had gezegd, dat hij haar niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.