97
zwakkeling uitputten. Ze wist zelf niet meer wat ze wou,.... of ze dood moest, of zich aan dat gevoel van goddelijk liefhebben overgeven. Ze had nooit zoo'n sentiment van verrukking doorleefd, nu ze liefhad. — Waarom wou ze dan schreien, schreien, stelpeloos ? Waarom wou ze zich dan zelfmoorden ? Waarom voelde ze zich dan van schaamte bezwijmen als ze Louise ontmoette ? Waarom voelde ze zich dagen zoo doodongelukkig, zoo melancholiek en vernield van slapte en wee, dat de wereld, de menschen, haar eigen kinderen haar walgden ? — En daar dwars overheen schalde toch de blanke jubel van haar liefde, vlamde haar tegen, 't jonge genotsleven waarna ze hunkerde, hevig hunkerde, nu ze Maurice liefhad. O ! die dagen er na, kon haar ziel snikken, snikken van geluk, van diep verzaligend geluk, van een roes zoo hartstochtelijk en zoo bevend-schoon, dat ze er wel de heele wereld mee kon omlichten.
Toen ze eens als jong meisje voor 't eerst de zee had gezien, van 'n hoog duin af, was ze plots in schreien uitgesnikt, en als lam in elkaar gezakt. Die eindeloosheid, dat ontzaglijke lichtgeglans over de zingende golven, die hemelduizel en die stilte hadden haar geschokt, als werd ze naar den aar de-rand gesleurd De impressie van die zingende eeuwigheid kon ze nooit vergeten. Precies dat besef van eindeloosheid en wijdte had ze nü weer, in haar liefde voor Maurice. Ze kon wel schreien en lachen, snikken en schateren, in een minuut, 't Leven was zoo diep, zoo wijkend, zoo ruim om haar heen. 't Knellende en be-angstigende wou er uit weg. Als ze nu met haar handen tastte, voelde ze zachte zoele lucht en ijlte. Ze had nooit zoo zalig vrij geademd. —
Alleen donkerden triest werd 't weer in haar, als Soonbeek haar naderde, met 'r wou stoeien of ruzieën. Soonbeek zag niets van haar innerlijke vergroeiing. Hij vond haar wel soms wat al te mal, opgewonden nerveus, en dikwijls prikkelde 't geheime woord 'm op de tong, waarmee de dokter haar kwaal had genoemd, f — maar van haar liefdesontwaking, van haar eersten harstochtelijken levensbloei, zag ie niets. Ze was moeder van twee kinderen, al bijna dertig. Kon die ooit II 7