73
om Rousseau in zijn kring ons lévend voortestellen, en dan nog de dramatisch-psychologische kracht, om óns weer dien kring te laten zien, als een énkel keer daarvan een zwakke ahnung opfietst in zijn dor, met historische gegevens volgestopt brein.
Ook St. Mare de Girardin, noch Ghuquet, noch Barnardin de St. Pierre, noch prince de Ligne vermogen het. Zj verdeelen wel alles in tijdperken, maar het allerinnigste van dien mensch met zijn vreemde ontroeringen en voelingen brengen zü met geen regel naar voren. Er wordt veel meer geëischt dan nauwkeurige bronnenstudie. Bronnenstudie is onmisbaar. Ook ik zal in deze critiek telkens getuigen op te roepen hebben uit de gansche wereld-literatuur, ze met hun eigen woorden laten spreken. Maar hoe ingewikkeld de bronnenstudie ook blijkt, ze is onderdeel in de scheppende critiek.
VII.
Ik plaats de Gonfessions als middelpunt in den kring van al mijn beschouwingen, en van uit dit middelpunt gaan stralen naar alle richtingen van Rousseau's tijd-leven. Er treden om Jean Jacques een ontzaglijke groep kampers in den modernen tijd. Maar vóór de moderne critiek is er reeds een bloedige veldslag geleverd. Aan alle punten van den kring liggen lijken. Bij welken criticus ik ook mijn licht ging opsteken, men zette me den snuiter op den neus. Wel wist men veel van de historische bijzonderheden, mat men het strijdgerucht, maar men liet mij niets anders zien dan lijken. Grimm lag dood; mad. D'Epinay lag dood; Voltaire dood; Duclos dood; mad. D'Houdetot dood; Diderot dood. En ik wilde juist door de scheppend-critische Verbeelding die