63
niet te veel naar de zoetelijk-kirrende en zangerig-fluisterende sybillen, die boven z'n hoofd zweven, als hij peinzend gestemd aan 't neurieën en verhalen gaat van zijn Zwitsersche meren en dreven. Soms is de idylle een schijnbeeld, een geestelijke fatamorgana, door de ruimte-lucht verspiegeld in de Verbeelding, waarachter een huiveringwekkende realiteit zich voor een poosje verbergt. En wat vaak vreemd heimwee lijkt, klagelijk verzongen in een droefnis-lied op een bleek-stervenden zons-ondergang aan de stil-roode meren, is dikwijls alleen de angst van een zwervend hart, dat niet vertellen kan van zijn droefnis dan in tranen en snikken. Dat zal blijken uit z'n Confessions.
V.
Indertijd schreef ik, dat een critisch brok werk, om een gróote uiting van ziel en leven te zijn, ook in zich moest bergen een groote dramatische kracht, als in een roman of tooneelstuk. Men hoorde toen verbaasd op. Een critische studie, dramatische kracht? Ik houd het niet alleen nog vol, maar ik ben er al dieper van doordrongen geworden. Natuurlijk verhoudt zich de dramatiek en de psychologie van een critisch essay heel anders tot de behandelde figuren, dan in een roman of tooneelspel. Gritiek blijft b e-schouwing.
Maar die beschouwing moet heel bizonder relief krijgen door den stijl en door de typeering. De gevoelens en gedachten moeten er in gebeeldhouwd staan, in plastische symmetrie, als in een gehoutsneden gothischen kansel: een gewoon blok hout, prachtig versneden tot een gebeeldhouwd kunststuk, waarin de hoogste orde van godsdienstige vereering is uitgesproken.