62
stuwd door de Verbeelding en het Intellect, heeft een rhythmische golving, die alle schoonheidsleven overvloeit. En als die rhythmische vallen tot rust deinen groeien daar ónder de woorden, gedachten-zuilen, vast als marmer. Er is een metriek van het denken, zoo zuiver en zichtbaar, als die van het schoone vers. De kristal-schijningen en vlammingen van den geest, lokken de metrische spelingen van het hoogste gevoel in één sfeer van gewaarwording.
Zoo werd het voor mij een groot genot de figuren óm Rousseau psychisch te reconstrueeren uit al meerdere en nieuwere documenten en uit afleidingen. De Confessions zelve hield ik daarmee onder een verhoogd-zielkundige controle.
De allergrootste moeilijkheid bleef Rousseau levend voor me te halen, in zijn spreken, denken, verlangen, wandelen, in zijn wanhoop en verziekelijktheden, en de tragiek van zijn natuur telkens zuiver in verband te brengen met de ménschelijke oorzakelijkheid van zijn teisteringen.
Critiek op historische personen die ver van ons eeuwleven afstaan, heeft dan alleen psychische waarde, als anti- of sympathieën voor ideeën en sentimenten buitengesloten worden. Men heeft alleen met de menschenziel te spreken of er naar te luisteren, en veel later eerst te richten. En juist wijl Rousseau door stijl-macht en natuurpoëzie zoo'n ontzaglijken invloed had op zijn tijd, is het des te merkwaardiger, het groot-menschelijke spoor van zijn gebreken en deugden te zoeken en scherp aan te duiden. Men doet niet anders daarmee, dan ook in groote lijnen het wee van zijn tijd schetsen. Iedere smartgroef in 't hart van Rousseau is in verkleinde afmeting, de plooi van een zekere groep ellende-verschijnselen om hem heen. Zie