49
gaan — zoowel in de atmosfeer-voeling als in den coloristischen hartstocht, zoowel in de liefdes-razerny, als in den zinnendrang, zoowel in de ascese als in de wereldsche wellust-uitbarstingen, — maar nooit een mensch als Warhold levende in dat tijdperk zelf. Wat hij droomt en zegt is ook te veel gedrenkt van Van Oordtsch gevoel en diens visie-leven. Warhold is als mensch te broos levend, te subjectief, ook al gaat hij zich later te buiten aan opgeschroefde ruwheden. Ik bedoel zijn heimwee-innerlijk, zijn nerveuze ziekelijkheid, zijn pathologische natuur is te veel geprojecteerd met de ziel van de moderne psychologie. Zelfs de ergerlijkste psychopathie en zenuw-afwijkingen in de middeneeuwen moeten als levensvorm een ander kader van innerlijk bespiegelen gehad hebben, dan de moderneling-psychopaath van heden. Zijn geestelijke bekommeringen en z'n ziel toe-schroeiende zinnelijkheid vooral konden in dien tijd niet heimwee en angsten scheppen als dit in een asceet en zinneroover van heden zou gebeuren.
III.
Toch gaf Van Oordt een brok middeneeuwen, geprojecteerd door de nerveuze schoonheid en hoog-stijgende visioenaire pracht van zijn eigen ziel en geest. Telkens en telkens verrast hij door zijn styleer-vermogen, zijn rhythmus en zijn beeldrijkheid. Door sommige pagina's stormt een ware vervoering. Er zijn enkele dingen in dit boek van een zoo sobere, sublieme schoonheid, dat zij schijnen ingegeven in apokalyptisch zienersschap. Bladzijden van lichtende heerlijkheid, zooals ge ondervindt, indien ge uit een grauwe slapslurf plots voor een, van blauw-gouden zonneglans gepolijste zomerzee zoudt heengestuwd
Studiën. 4