46
lyrische hyperbool. Iedere inwendigheid van den stem-meklank die de menschelijke ontroeringen moet treffen, terwijl gesproken wordt, is wég. De bouw der zinnen, de architectuur der perioden, zij zijn geheel Van Oordtsch van constructie. Al de kwaliteiten van het schrijf- en beeldende talent van den auteur zogen zjj op uit diens eigen styleerend indrukken- en gedachten-leven. Niet ménschen spreken, maar gestyleerde poppen zonder innerlijk-golvende, levende taai-diepte en taai-klank. Hier is de verhevenheid en pompeuze omslachtigheid der gesprekken niet door een allure te redden van vroom hoogdravende woordpronksels. Het breekt juist den stijl er omheen, in plaats van er in saam te vloeien. De lyrische rhetoriek van al de sprekenden in dit boek is van een evenmaat en een precieuse stijl-zorgvuldigheid, die duldeloos treft met verveling en onnatuur. Ik zal mij onthouden van citaten, schoon er een keus te geven is, die in z'n pompeuze zwierigheid het gebrek aan levenden dialoog geweldig zou doen gevoelen. Of meent men in de middeneeuwen, ondanks statigheid en praal van woord en bijbelklank, het bestaan van een levenden dialoog niet mogelijk? Droef misverstand! Ook toen werd er lévend gesproken en ook dit zou een afzonderlijke scheppende arbeid geweest zijn in dit voortreffelijke boek.
Tweede aanmerking. De verhaalgang is dikwijls te sterk gebonden aan de rhythmisch gestyleerde visie van den auteur. Wat ik daarmede nader bedoel? Dat de schrijver door een staalstrak volgehouden styleering van iederen zin, ieder woord, een zekere opzichtige pronkerigheid doet ontstaan in de details, welke nu en dan zeer hinderlijk is voor het naar rust-snakkende gevoel en het mijmerende, het zwaar en woest-middeneeuwsch gebeuren verbaasd-nastarende