19
dat hij zich onthoudt van beschrijving, dat zijn boek bijna alleen bestaat uit dialoog, z.g. ״overschrijf kunst" en gedachten-ontleding zijner figuren, z.g. „opschrijf-kunst" volgens de Schartens.
Nu is er echter een neiging merkbaar om dit boek óp te stooten naar het plan der bijna smettelooze meesterstukken en beste scheppingen onzer literatuur. Dit genoegen gun ik den oordeelmenschen gaarne, maar ook me zelf het genoegen zeer nadrukkelijk te vermelden, dat ik het met deze opschroeverij heele-maal niet eens ben; dat ik gaarne — wat straks blijken zal — mijn bewondering betuig voor veel buitengewoon mooie dingen in Geertje — maar dat het vèr onder de voorstelling blijft die wij ons van een volkomen meesterstuk vormen. Ik acht de afbreking, zoo smadelijk als deze reeds gedaan is van Geertje, echter niet erger, hinderlijker, dan de roekelooze bewierooking.
En welke literaire peetoom ook opkwam en nog óp zal komen om dit werk zalig te spreken, het zal mij geen seconde weerhouden mijn innigste overtuiging tegen alle opgeschroefde en bombastische bewondering vol te houden, zoolang ik zelf-oordeelend lees en schrijf.
Mijn onafhankelijkheid en opwindingloosbeid zijn stellig grooter waarborg voor objectiviteit in oordeel, dan bewondering welke vaak terugslag is op voorafgegane afbreking. Geertje is een boek met prachtige brokstukken. Over het geheel is Geertje, zoolang de auteur haar zuiver objectief gebeeld heeft, een voortreffelijke creatie, maar juist wijl de gebreken in de bewonderings-critiek niet naè,st de uitmuntendheid genoemd zijn, komt er valsch geschreeuw los in de waardeering.
Geertje is een goed boek en in dat gedeelte waar