JOH. DE MEESTER. — GEERTJE.
I.
en veelbesproken boek! Maar hoeveel dwaasheden zjjn er ook al niet over geschreven, zoowel in de bewonderende als in de afbrekende critieken. Men heeft zich op tweeërlei wijze tegenover De Meester's Geertje misdragen; in afkeurenden zin door te spreken over het onzedelijke, vuile boek, in bewonderenden zin door te reppen van een volkomen meesterstuk, 't Eerste is grof van beschuldiging en onwaar, 't tweede grootdoenerij van een critiek, die blijkbaar het werkelijke oordeels- en ontledings-orgaan mist!
Laat ik dadelijk op den voorgrond stellen dat ook naar mijn oordeel De Meester heeft getoond een groot psychologisch talent te bezitten, juist met zijn boek Geertje. Een groot psychologisch talent... geen kleinigheid voorwaar, maar laat ik er even snel aan toevoegen dat zijn boek zeer groote fouten en gebreken heeft, zelfs in den psychologischen stijl. Taal-, in den zin van persoonlijk woord-kunstenaar is De Meester nooit geweest en is hij ook in Geertje niet. Vandaar
18