17
Nietzsche op hem voor. 01 Er zou een prachtparallel te trekken zijn tusschen hem en Nietzsche juist. Twee intellecten van gelijken rang, maar één boersch-calvi-nistisch, de ander, nerveus-aristocratisch van oorsprong. Garlyle's ironie is niet van koninklijke geboorte; wel wrang en wreed en tartend, maar niet doorborend en met van een rijk geschakeerd-lijkend vernuft gesteund. Hij mist het prae-raphaëlistisch-teedere en geheimzinnige van Rossetti's sentiment, ook in de doorschouwing van Dante's mystiek en Shakespeare's dramatisch clair-obscuur. Ik geloof dat er een bizonder en nog nooit geschreven hoofdstuk over Garlyle's innerlijk geschreven zou kunnen worden in verband met zijn onbevredigd en klam sensualisme.
Deze man heeft zich in moreele kastijdingen de ziel en het lichaam gewond en gefolterd. In sommige opzichten lijkt zijn vurige levenswoede op Dante, maar bij hem volgde de hoogere oplossing niet in een metaphysisch of religieus geluk.
D&t onbevredigd sensualisme kon geen uitweg alléén vinden in zijn werk. Hij bombardeerde zich zelf met moraal-projectielen. Van daar ook zijn heftige en hoovaardige neerhalingen van anderen; vandaar zijn tot Ikheids-waanzin stijgend individualisme. Maar nu genoeg. Men leze dit boek over heldenvereering en de meestal zeer goede bewerking. Men zal ervaren dat veel schreeuwers en schreeuwertjes van tegenwoordig, druk gelezen wellicht en au serieux genomen, nog niet het duizendste belang hebben van Garlyle. Want ondanks al zijn gebreken, een groote ziel was hij.
2
Studien.