97
kilometer in 't uur horizontaal, dan 'n kwart kilometer verticaal I
Maar toch, als ik dat slot nu eenmaal gelezen heb, dat opgeschroefde, symboliekerige Martine—Schürmann verhevenheidje, denk ik: moet dat nu met iets nieuws komen, iets nieuws van groote menschelqkheid ? En nu vraag ik tot Zola terugkeerend: kent gij dien reus? Zie af van wat ge pornografie noemt, maar kent ge de zwellende geweldigheid van zijn symbolen-ontplooiende, scheppende natuur? Zie, als ik nu concludeer, en ik verwijder de prachtige uitbeelding van Berkelman, iets geheel op zich als een creatie, doorweefd van een volkomen eigen leven, en ik vraag mij af, w£t geeft dit boek eigenlijk in zijn geheel, als episch-bedoelde kunst, dan moet ik toch zeggen: weinig, zeer weinig. Zoo'n slot nu weer! Zoo'n beschrijving, zoo'n zwakke constructie. Leg nu zoo een boek eens naast Germinal, La Béte Humaine l Voelt ge dan niet het ontzaglijk-gedragene, het gigan-tisch-omspannende van een scheppenden geest, die alles van het krioelende en mierende leven vast-klauwt en optilt naar zijn scheppingssfeer? Hoort ge niet dan pas 't gemoker en gedreun van het al-bestaande en voelt ge u dan niet meegesleurd in een geweldige zuiging van immense krachten? Zola juist heeft dat homerisch-epische, dat over de werelden drijft, dat neersmakt en opneemt, verbrijzelt en bijeen-perst, dat den stoom, den bliksem, de oerkrachten van de geweldigheid der natuur-elementen nadert. O! Het leeft niet alléén in de hoeveelheid. Zola toont dat episch-scheppende, dat magistrale, alle levensvormen overbogende conceptie-vermogen soms dadelijk, op één pagina. Het sentiment van den epicus is een universeel gevoel, het is de groote
Studiën. 7