59
lega's en van goren nood, waarin berooide Muzen׳ zonen leefden, om hun studie te kunnen volhouden; zelfs met romantische bohémien-opsmuksels a la Murger en Rudolphe, in trieste realiteit niet te benaderen. In eeuwigen rui, ondanks verzorgers van zekere studiekosten en instituten met sociale doelstellingen.
Uriël juichte de plannen van ,,Arbeidsbemiddeling voor Studenten" en het werk van het ,,Centraal Studenten-Bureau'" toe. Hij 'had Papa aangeklampt en een flinken duit voor het maatschappelijk humanisme van C. S. B. losgekregen. Maar jeugdigen Dogger met het professorale, fijn-schrandere brillen-gezicht en de zachtmoedige oogen, kende hij persoonlijk van Colleges; werkend in hetzelfde vak. Van hem had Uriël vóór het Candidaat, dictaten geleend, omdat hij, dtroomerige slapjanus, maanden verzuimd had, goede Colleges van Stoett en van Prinsen. Dogger was een kei in Middelnederlandsche syntaxis, in historische grammatica, in vergelijkende taalkunde; een nobel vosser, die spontaan zich liet plunderen van studiestof, materiaal en scripties, nu hij voor het doctoraal-examen werkte. Bij toeval had Uriël eens vernomen op welk een drastisch-tragische wijze deze harde, gevoelige en scherpzinnige zwoeger een deel van eigen studie bekostigde, door het verrichten van allerlei wanhopende, pijnlijk-vernederende bij-baantjes, bij gebrek aan eigen en familie-fondsen. Om wat extra geld in vacanties te bemachtigen, liep Dogger 'heel den fel-brandenden zomer met een blauwen bril, onherkenbaar op den Scheveningschen Pier, zélf ijverig stranidfokken te verkoop en. Toen een waaierig aristocraat je, — hooghartig Corpslid, — hem herkende, hoonde Dogger zóó diep-beleedigend met de dolle driftoogen den muzenzoon, dat deze zijn,