genoemd worden en hieromtrent bestond geen tegen elkaar gericht oordeel. Zijn vader, de woedende blaasbalg, had zich niet voor niets de koonen vol wind gezogen. Op nauw twaalfjarigen leeftijd doet Ludwig al het werk van een volwassene, al mist hij een snuifdoos en een titel. Zijn leermeester Christian Gottlob Neefe liet hem n.1. als jongetje van zéér oorspronkelijke begaafdheid, nu en dan zijn plaats innemen als operarepetitor. Ludwig heette dan ״cim-balist in Orchester", en leidde van de partituur uit de repetitiën. Bovendien speelde hij alt in het keurvorstelijke orkest, beploeterde daar als simpel muzikantje in roemlooze overgave, het lagere orkest-werk. Hij zag alle hemelen en landen; het zoele blauw van het Zuiden, het knetterende van het Oosten, het strakke van het Noorden. Want de lichtzinnige en weelde-zieke keurvorsten verlangden vooral de klanken-sensualiteit van de Ro-maansche rassen; de verfijnde melo-
83