De jeugd van Beethoven

Titel
De jeugd van Beethoven

Jaar
1919

Druk
1919

Overig
1ed 1919

Pagina's
127



de oogen vol vreemden gloed als er ergens muziek ging leven om hem heen. Had Johann van Beethoven nu die vreemde bedwelming en aanlok-baarheid van het mannetje verklaard naar psychischen aard, zijn werk tot opwekking en uitkweeking dier klanken melodie-gevoeligheid zou nobel geweest zijn. Maar zóó helaas, is de daad van den eer- en hebzuchtigen vader niet aan te voelen. Johann van Beethoven wou zich uit vernielende zorgen en maatschappelijke kwellingen opwerken, wou zijn drank-be-geeren met verwoestende gretigheid bevredigen, wou niét het wonder-zieltje in vroegen bloei zien schieten, om het zieltje-zélf een onbewust uit-hunkerend genot te geven, maar wou vooral het vivtuoosje tot een beschamende meerderheid boven alle klavier-spelertjes zich zien heffen van zijn tijd, om hém, den vader te helpen geld-verdienen. Het lévende kind, het zoontje, dus opgeofferd aan het vir-tuoosje, het werktuigje. Geen andere

54

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.