De jeugd van Beethoven

Titel
De jeugd van Beethoven

Jaar
1919

Druk
1919

Overig
1ed 1919

Pagina's
127



drang tot mee-zingen en -neuriën, niets.

De kleine schelp zuigt het schoonste spel der zee-tinten in; de heele wijdheid van lichtglansen der rui-schende zee, weer terugspiegelend in den goudgloed van den kinkhoorn met zijn symbolischen vorm-groei. Zoo vangt en weerkaatst het geniale kind ook onbewust het Oneindige.

Hoe meer het mannetje zijn vader hoort en de zoete of stijgende klank-galmen van zijn stem, hoe meer het gaat roeren en bewegen in dit rampzalige wonderkindje, dat de sombernis van de omgeving al voorvoelt. Maar de klavier-tonen lokken, lókken, en er glanst een stille, ontzette, luisterende verbazing in de oogjes, als vingen zij den rooden weerschijn van outaar-vuur. Johann, zijn vader, moet dien angstigen drang tot luisteren beseft hebben in het knaapje, begrepen dat iets ongemeens gebeurde in het zwijgende jochie, dat rond-gretigde met

4

53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.