een mislukte schutters-parade in druipenden regen. Ge meent het Woord te zullen hooren dreigen en donderen van een vulcanische natuur, toch diep spiritueel en soms ondoorgrondelijk van oorsprong, en ge leest oratorischen rimram van een ouder-doms-zwakken geest. Ornamentiek verguldsel in plaats van grond-gedachte, waar ieder levensdetail op raisonneeren kan. Geeft ons dorre feiten-opstapeling synthese van een groote ziel ? Dwaasheid. Thayer, de meest minutieuse, de angstvallige boekhouder en boedelbeschrijver van Beethoven's leven, geeft in zijn vier deelen nergens een karakter-saam-greep, een groot portret, een levensgeheel van dien reus. We hooren zijn stem niet, zien zijn oogen niet, voelen zijn adem niet op ons gericht. Het is droevig en belachelijk mede dat ook een man als Schindler, met zoo absoluut gebrek aan melodisch taalvermogen, met zoo onbegrijpelijk gering logisch bouw- en rangschik-
36