Letterkundig leven, deel 1

TECHNISCHE PROBLEMEN. 31

naar die zich zélf met deze kunstsoort vertrouwd heeft pogen te maken? Ge leest b.v. in een uiterst respectabel, zeer gangbaar handboek van heden: ״Een novelle is een klein verhaal in proza, waarvan de weinig ingewikkelde handeling heel snel verloopt". Nu kan ik dadelijk wijzen op voortreffelijke novellen, waarin de handeling één groote ingewikkeldheid is, en eerst op de laatste pagina's haar oplossing krijgt. Als ge verder in dit uiterst-respectabele handboek leest, een zéér modern, zéér gedistingueerd handboek, — ״de beschrijvingen eener novelle zijn beknopt en kleurig, de karakters niet ontleed in bijzonderheden",

____ dan alweer kan ik u meesterstukjes novellen

noemen waarin van ״kleurige" beschrijvingen geen sprake is en waarin ieder karakterdetail tot in de fijnste plooy ontleed werd. En als daarop dan het lieflijke gepraat volgt en de gewichtige vakaanduidingen over.... uiteenzetting, verwikkeling, hoogtepunt, daling...., dan krinkelt ge van het lachen omdat de wezenlijk-schitterende novellenschrijvers het schoolsch-ingelijfde beginsel van ״uiteenzetting, verwikkeling, hoogtepunt, daling", allermoedwilligst en allerkoddigst dooreenknoeyen, in geheel andere volgorde. De kans bestaat dat de student of scholier, met zijn gretige aandacht uitmetend de plek waar het hoogtepunt moet zijn, juist in een kuil (daling) struikelt en dan heerlijk-eigenzinnig alevel zeer geleerd gaat beweren dat een ״daling" feitelijk een ״hoogtepunt" blijkt. En als een ander nu de ״verwikkeling" voor de ״uiteenzetting" aanziet, omdat de eigenzinnige, lévende gever der kunstvormen, ze voor den harmonischen bouw van zijn werk geheel naar eigen inzicht heeft opgesteld, (herhaaldelijk voorkomend bij De Maupassant) dan is hij gansch en al in een doolhof geraakt waaruit hem geen tien handboeken meer redden kunnen. — Alweer zeg ik u, alleen de zelfscheppende kunstenaar kan u doen gevoelen het