Letterkundig leven, deel 1

TECHNISCHE PROBLEMEN. 24

z.g. officieele-academische handleiding-wijsheid en dogmatische onbestrijdbaarheden. Originaliteit bestaat niet in overbluffing van het oud geworden vee waarover Schopenhauer zich een geel te ergerde. Zulke soort van schreeuwerij is oningeënte inspiratie die wel een woeligen schoot voorspelt maar slechts de dorste geestproducten teelt. Originaliteit moet leven in de diepte van het gemoed.— Met gomwaterverf plak je geen gescheurde en gekrenkte zielen bijeen, en alleen de gave, zuivere mensch kan oorspronkelijk zijn. En zooals het velen zeer moeilijk valt een combinatie van tegengestelde lichaamsbewegingen uit te voeren en vooral vol te houden zonder zot-comische vergissingen te begaan, op den duur toch overwinnend als zij de dwingende kracht van den wil te hulp roepen, zoo zullen ook de lezers van een dergelijke oorspronkelijke bandleiding, gewennen aan de rijk rhythmische veelvormigheid, de schijnbare tegen-sprongen in het wisselend denk-tempo van een scheppenden geest, die nu eens op zijn eigen wijze uitlegt, betoogt, verklaart, vergelijkt en doceert. Zoudt ge het wagen den jubel-klaren leeuwerik het zoete keeltje te stemmen voor zijn zomer-morgenlied, gij, die nimmer zelf gezongen hebt in de blauwe hemelruimte? Gij die wel noten kunt leeren, maar geen stem hebt om te zingen? De zanger kent altijd de noten, maar de notenkenner alleenlijk, weet niets van den hartstocht voor den zang, den zang zélf, in heel zijn levende, uitstortende heerlijkheid. — Neen, ik zeg u nadrukkelijk, ga tot de bron, tot het wezen dat zelf het leven door zijn vingeren voelt vlieden. De theorie is niets zonder de daad! — In haar eerst leeft de geraffineerdste theorie. De alleenlijke theorie is de doode, afgeschroeide akker; de daad is het bloeiende land; de theorie is de gestarde zuil, de daad, de fonkelende, ruischende fontein, met haar millioenen droppelen van vuurschijn en tintelend leven vol.