de lichte last. 213
De epische saambinding van figuur tot figuur, groep tot groep, en tusschen de figuren in, de trillende at-mospheer met haar donkerte en licht, met haar schaduw-werping over de bewegende, levende menschen, met haar ontgloeying of aftinteling van glansen, hij gaf ze ons niet in organische en zuivere overgangen naar elkaar toe-, en uit elkaar voortvloeyend. Ik zeg nadrukkelijk: de epische saambinding der gezinslevens heeft hij atmospherisch niet gegeven, want óm de per-sonen-op-zich-zelf, schiep hij èn door psychologische ontleding, èn vaak door taal en observatie, wel deugdelijk atmospheer. Hem ontbrak het hoogere vermogen: de individualiteiten en hun lotgevallen, op te lossen in een universeel gebeuren, zoo streng-zuiver en oorzakelijk, dat we die lotgevallen als onafwendbaar, dramatisch en psychologisch, tusschen de levensverschuivingen zien plaats vinden. In dezen roman gebeuren vele essentieele dingen, die noch door opzet, noch door uitwerking der karakters verklaard worden, als we het geheele werk telkens als toetssteen gebruiken. We zien wijzigingen en inwerkingen van zekere dingen ontstaan, buiten den organischen groey, ons door den auteur zelf in ontwikkelingsgang geschetst. — De lotgevallen van al de menschen, het totaal hunner werkingen, grijpen niet meer op elkaar in. — We voelen soms, een onbewuste, door subjectieven drang gedreven vermoffeling van een realiteit, die ons in eerste instantie, zuiver en met wezenlijke objectief-weergevende uitbeeldingsmiddelen door den schrijver zelve lijkt opgedrongen. — Werdhij bang voor zijneigen strek-kinglooze werkwijze? — Benauwde hem de druk van den epischen stroom? Wou hij de objectieve kracht der feiten, ten slotte tóch breken met de trillende en weerstrevende ontroering van zijn eigen subjectief aandoeningsleven ?
Daar hebt gij b.v. de bekeering van Jeannet, devrouw van den speculant Willem Brandt. Deze vrouw haakt