10 INLEIDENDE BESCHOUWING.
der wijsheid, schoonheid en verbeelding. Hij liet het altijd scheppende geluk van hun binnenste zien. En bóven physieke vernietiging en stoffelijke vergankelijkheid ving hij óp de stem van hun eeuwige leven. En al vereerde hem eens een groep onbeschofte Pa-rijsche studenten in zijn collegezaal met een worp rotte appelen, om zijn Napoleontische staatkunde, niemand heeft ooit scherper, vaster en dieper gesproken over Renan, als over Veuillot, over den vurigen Ivamennais als over Béranger. En zoowel Baudelaire als Musset, verdoken achter de bloedige schans hunner hei-smartelijke en wreedscheurende levensironie, heeft hij het eerst naar voren getrokken i) midden uit de pracht van hun diep-menschelijke gevoel vóór de ontstellende blikken van het angstvallige en mistastende publiek. De smeltende teederheid van deze wreedaards ontdekte hij in de verholenheid hunner droomen, die ongekend afdreven naar het stille zonnegoud van den avond. En tegelijk wees hij naar een andere pool van het leven, op de flauw-droomerige regenboogkleuren boven de liefelijke idylle van Paul et Virginie, met fijne ironie.
Hij was ook een der eersten, die ״keuvelde" met de aanvallende kracht van zijn schijn-statische logiek over Flaubert's groot-historisch romantisch gewrocht Salammbó en tusschen stapelzotte opmerkingen,... dat b.v. Flaubert's Carthaagsche heldin Salammbó, min of meer een weeë herhaling bleek van Madame Bovary of „une Elvire sentimentale" kon heeten,... ik zeg: die tusschen deze dwaasheden ook zeer rake
') Wie waagt het zich voor te stellen dat ook Sainte Beuve eens onder de dichtende romantici van zijn tijd behoorde,... de criticus met het brein van een physiologie-professor? En toch dichtte Alfred de Musset speelsch op hem:
Sainte Beuve faisait dans 1'ombre,
Douce et sombre, Pour un oeil noir, un blanc bonnet Un sonnet.