willem bulderdijk.
170
bovenmenschelijk kon verheffen en aller-onchriste-lijkst ontkluisteren; zijn hooge driften en gevoelens van haat kon ontlasten over de hoofden zijner tijdge-nooten, als in een onweer van geluid, een breede, hooge opstuwing van klanken, die soms den bombast en de ridiculiseerende opgeschroefdheid naderen. En toch leeft er altijd weer in zijn pompeuse uitstortingen een groote vlucht, een zwaay, die vèr over den geest van zijn eeuw heenbrengt! Als hij in vervoering geraakt, en iedere volgende zang na het begin, neemt de opwinding en exaltatie over, dat steeds machtiger aandreunt zijn rhythme gangen al hóóger zich opwerkt zijn enorme strophenbouw, dan voelen wij toch, ondanks alle rhetoriek en rederijkerij, wat ziedende ziel Bilderdijk was, wat machtig en geweldig van geluidsgang zijn woordreeksen saamdonderden tot één groot geheel van klank, kleur, licht en rhythmus; dat hij wel had een geniale natuur, al stond hij barsch met zijn rug naar de toekomst.