BREISCHOOLTJE. 123
appelvrucht in bloem'rig nestje van groen en bladeren opgediend. Van zelve verzeilen we in de typeerkunst. Geen psychologie, geen karakterontleding, slechts typen van buiten af bekeken, op eigenaardige wijze weer voor onze aandacht, door scherpe observatie, karakteristiek en soms heel fijn detail-zien, verlevendigd en boeyend gemaakt. Maar van iets dat de hoogte
ingaat, geen spoor. Wij ook.....met onze aviatische
aandriften!
Het verhaal zelf zou in twintig pagina's uitverteld zijn. Maar de schrijfster dikt het op met beschrijving, milieu-karakteristiek, stemmingsweergeving tot een boek van tweehonderd pagina's bijna. Hoe sterk soms, hoe weinig zoetsappig dit werk! Het leven van een dorps-breischooltje, het drama van Pietje's ondergang, van Pietje, de stichtster der breischool die in een dievenhok terecht komt en in het werkhuis sterft. En zoo iets is toch onbehoorlijk voor iemand uit ״beteren" stand.
Een zeer begaafd schrijver, meedoogenloos keurder van onze hedendaagsche literatuur-voortbrengselen, schreef mij een week geleden iets over de auteur Carry van Bruggen en noemde haar een "heel, héél klein talentje. "Ik had Breischooltje-pas gelezen en ik vond deze critiek hoogelijk onrechtvaardig. Want ook in dit boek hoe strak-realistisch en in schijn nuchterlijk-waarnemend, heeft ze een bijna groot talent getoond, althans iets geheel tegengesteld aan een „heel klein talentje". Zeer handig, zeer boeyend en technisch sterk-geschoold, al de knepen van het vak kennend. Gij moogt allicht beweren: het is alles te forsch, te hard, te mannelijk, te kloek. Maar schenk dan eens uw aandacht aan den synthetischen kant van haar stijl.
Ik wil volstrekt niet beweren dat de uitingswijze, de stijlvorm op zich zelf, erg oorspronkelijk is. Het lijkt me zelfs werk van ouderen datum. Vele stijlmodellen